Huurders

Huurders van percelen land op de Langendijk


2 november 1698

Nicolaas Houtmans, poorter van Bergen op Zoom, verhuurt voor zeven jaar ingaande St. Maarten 1699 aan Pieter Anthonissen Brant, landman, een hoeve land in zaai staande met weiland, huis en schuur (29G) op de Langendijk onder Wouw.

WBA: Bergen op Zoom, notaris M. de Pottere N369-64.


6 augustus 1738 en 19 maart 1745
Anneken van Hest, weduwe van Paulus Dielen de Wael, woonde in 1738 als huurder op een stede (circa 24G) op de Langendijk onder Wouw die in 1738 toebehoorde aan kinderen van Christiaen van Soeren  en in 1745 aan Martijntje Soeren, enig nagelaten kind van Christiaen Soeren. Cornelis Pauwelsen de Wael, zoon van Anneken van Hest stel zich borg.

WBA: Roosendaal, notaris L. Sanderus, N6770-411 {Img322-324}.
WBA; Roosendaal, notaris J. van Sinnen, N6786-136 {Img168-169}.


26 juni 1749
Cornelis Seps als voogd van de kinderen van zijn broeder Joris Seps verhuurt, voor de termijn van zeven jaar voor 30 gld/jaar, aan Jacobus Rommens een huis en erf op de Langendijk onder Wouw, gelegen niet verre van de Rosendaelse galge.

WBA: Roosendaal, notaris L. Sanderus,; N6774-785 {Img89-90}.


7 september 1820
Willem Poppelaars, boerenknecht wonende onder Roosendaal verhuurt voor een termijn van zeven jaar ingaande 11 november 1820 voor 30 gld/jr aan Anthonie van der Heijden, landbouwer, wonende op de na beschreven stede bestaande uit huis, schuur, bakhuis, werf met aangelegen land en heide (samen circa 11G) in de Nederheide op de Langendijk.
Speciale voorwaarde is dat: de verhuurder zolang hij ongetrouwd blijft, tijdens de huurtermijn, zal mogen inwonen en daarvoor 3 gld/jr kostgeld zal moeten betalen en als hij trouwt 6 gld/jr en dan in het bakhuis zal mogen wonen

WBA: Roosendaal; notaris P. van Vught, N6957-191