Boeren uit Loenhout

Stamboom Boeren (Loenhout)

I : Cornelius Petri ook genaamd Boer, geboren rond 1575. Cornelius was gehuwd met Maria Thijs Cleijs, dochter van Matthijs Jan Thijs Cleijs.
Uit dit huwelijk:

1 : Petrus Cornelissen Boer, geboren rond 1602, volgt onder II.

2 : Maria, gedoopt te Loenhout op 9 mei 1604.

3 : Neeltien Cornelis Peeters Boers, gedoopt te Loenhout op 14 januari 1607, overleden te Achtmaal onder Zundert op 18 juli 1667, begraven te Groot Zundert. Neeltien is ondertrouwd te Groot Zundert op 2 januari 1634 en getrouwd aldaar op 12 februari 1634 voor de kerk (RK) met Jan Jacobs Mandemaekers, gedoopt te Groot Zundert op 1 mei 1613, overleden na 17 januari 1673, zoon van Jacob Peeter Mandemaekers en Coleta Janssen.

4 : Catelijn Cornelis Boeren, gedoopt te Loenhout op 18 juni 1609, overleden na 20 maart 1662.
Catelijn is ondertrouwd te Groot Zundert op 24 mei 1631 en getrouwd aldaar op 17 juni 1631 voor de kerk (RK) (1) met Geert Aert van den Buijs, geboren rond 1605, zoon van Aert Geert van den Buijs en Maria Jan HeestelmansCatelijn was gehuwd (2) met Jan Jacobs van Meel, gedoopt te Groot Zundert op 2 juli 1606, zoon van Jacob Cornelis van Meel en Cornelia Jan CornelissenJan was weduwnaar van Maria Anthonij Tack.

 

II : Petrus Cornelissen Boer, geboren rond 1602, overleden te Loenhout op 4 januari 1653, zoon van I. Petrus is in ondertrouw gegaan te Wuustwezel op 19 augustus 1629, getrouwd aldaar op 18 september 1629 voor de kerk (RK) met Joanna Marijnnis, geboren rond 1602, overleden te Loenhout op 1 februari 1645. 20 maart 1662: Jan en Cornelis Peeter Boeren; Jan Lodewijcx als momboor van de weeskinderen Peeter Boeren; Jan Jacob Peeters (X Neeltien Cornelis Boeren); Cathelijn Cornelis Boeren (X Jan Jacobs van Meel: akkoord terzake hun onderling geschil over huurpenningen van de stede aan de kerk. 1 december 1665: Peeter Dionijs van Dijck is schuldig aan de drie kinderen Peeter Cornelissen Boeren, genaamd Jan, Elisabeth en Tanneken de som van 558:7:2 boven nog 48:4:0 interest { schepenregister Loenhout 157, fol. 21r}

Uit dit huwelijk:

1 : Maria Boer, gedoopt te Wuustwezel op 23 september 1629.

2 : Jan Pietersen Boeren alias Jan Pietersen van Loenhout, gedoopt te Loenhout op 14 oktober 1631, volgt onder III.

3 : Cornelius Peter Boers, schoenmaker, gedoopt te Loenhout op 2 juni 1634, overleden na 1653.

4 : Elisabeth Boer, gedoopt te Loenhout op 20 juli 1637, overleden aldaar op 20 augustus 1637.

5 : Elisabeth Peeter Boeren, geboren rond 1640, overleden na 1681. Elisabeth is ondertrouwd te Loenhout op 10 april 1666 en getrouwd aldaar op 6 mei 1666 voor de kerk (RK) met Peeter Heijndrickx.

6 : Tanneken Peeter Boer, gedoopt te Loenhout op 18 februari 1642, overleden na 8 mei 1668.

7 : Abraham Boer, gedoopt te Loenhout op 18 februari 1642, overleden aldaar op 1 februari 1645.

 

III : Jan Pietersen Boeren alias Jan Pietersen van Loenhout, gedoopt te Loenhout op 14 oktober 1631, begraven te Roosendaal op 9 juni 1695, zoon van II. Jan is getrouwd te Roosendaal op 13 juli 1670 (NG), getrouwd aldaar op 3 juli 1670 voor de kerk (RK) met Ariaentie Cornelis Nelen, begraven te Roosendaal op 6 maart 1698. Ariaentie is eerder getrouwd te Roosendaal op 30 november 1664 (NG), getrouwd aldaar op 25 november 1664 voor de kerk (RK) met Marinus Crijnen, begraven te Roosendaal op 7 oktober 1666. Als Jan Pietersen van Loenhout legt hij op 27 oktober 1685 op verzoek van de schout een verklaring af dat hij over ontrent ses weeken geleden door ordre van Adriaen Peeterssen van Breugel is gaen vlaggen in seecker velt oft acker gelegen onder Calsdonck, toebehoorende Jacob Bastiaen Melsen ende dat Adriaen van Breugel hem specialijck heeft gelast hetselve velt rondom ujt te vlaggen gelijck hij oock hij deponent ’t selve heeft gedaen. Verder verklaart hij dat hij al het hout dat over de hool lag heeft afgehouwen

WBA: Roosendaal en Nispen; R357, fol, 65r {SDC11946}.

Uit dit huwelijk:

1 : Joanna Boeren, gedoopt te Roosendaal op 25 september 1670, jong overleden.

2 : Helena Janssen Boeren, gedoopt te Roosendaal op 1 september 1674, ongehuwd overleden te Roosendaal, begraven aldaar op 14 januari 1699. Rekening voor begraven op het kerkhof betaald 14 januari 1699. Uit de taxatie van haar goederen, op 13 februari 1699, in verband met de aangifte van de collaterale successie blijkt dat zij in het bezit is van: een ledige erve en huisje, seer vervallen, gelegen over de Hooge Brugge, en een quaet huijsje daerneve; en ook nog een middelste blokje land zijnde 1/3 part in 4G 85R gelegen in de Meerstmete en nog een blokje land (488R) onder Kalsdonk. Op 18 oktober 1700 compareert Niclaes Andriessen Bavelaar als administrateur van de goederen van de uitlandige Pieter Janssen Boeren om het verschuldigde bedrag te betalen.

WBA: Roosendaal en Nispen;  R371, fol. 30r-v {SDC12314/12315}.

3 : Joanna Boeren, gedoopt te Roosendaal op 27 augustus 1678, jong overleden.

4 : Pieter Jansen Boeren, gedoopt te Roosendaal op 7 april 1681, begraven aldaar op 8 november 1725. Pieter is in ondertrouw gegaan te Roosendaal op 26 oktober 1709 en getrouwd aldaar op 10 november 1709 (NG), getrouwd aldaar op 10 november 1709 voor de kerk (RK) met Cornelia Anthonissen Bavelaers, gedoopt te Roosendaal op 12 maart 1666, begraven op 16 april 1739, dochter van Anthonis Andriessen Bavelaer en Ingeltken Jans van ZonCornelia is eerder in ondertrouw gegaan te Roosendaal op 17 januari 1688 en getrouwd aldaar op 1 februari 1688 (NG), getrouwd aldaar op 31 januari 1688 voor de kerk (RK) met Peeter Voorbeijtels, afkomstig uit Turnhout. Op bijna 18-jarige leeftijd was Pieter Jansen Boeren een ‘volle’ wees, zijn vader was overleden in juni 1695 en zijn moeder in maart 1698. Tot overmaat van ramp overleed in januari 1699 zijn dan nog enige dan nog levende zus Helena Jansen Boeren. Het noodlot dat zijn naaste familie hem ontvallen was en dat hij toch in zijn onderhoud moest voorzien heeft mogelijk een rol gespeeld bij zijn besluit om dienst te nemen bij de VOC. Op 19-jarige leeftijd is Pieter als matroos voor de kamer Zeeland van de VOC op 5 mei 1700 op het schip Vosmaar vanuit Wielingen naar Batavia vertrokken. Precies een week na zijn vertek, namelijk op 12 mei 1700 werd de inboedel van het ouderlijk huis van Pieter Jansen Boeren opgesteld. Pieter heeft ruim 2 jaar in Batavia doorgebracht en is op 29 november 1702 met het schip Domburg gerepatrieerd. Op 8 augustus 1703 arriveerde de Domburg in de haven Rammekens, waardoor Pieter’s verbintenis met de VOC werd beeindigd. Pieter vestigt zich weer te Roosendaal waar hij op 25 augustus 1703 testeert voor notaris Dons. Klaarblijkelijk heeft zijn verblijf in Batavia hem flink wat financieel voordeel opgeleverd want Pieter legateert in dat testament 100 gld. aan de armen van de Molenstraat, 200 gld. aan Niclaes Andriessen Bavelaer en 200 gld. aan Dirck Heuvelmans. Tot zijn erfgenamen benoemt hij Thomas Wittebol voor de ene helft en de niet met name genoemde kinderen van zijn vaders broer en zuster die te Loenhout wonen voor de andere helft. Pieter is nog een tweede keer naar Oost-Indië gevaren en weer teruggekeerd dit moet plaatsgevonden hebben tussen 25 augustus 1703 en 29 juni 1708 want op die laatste datum geven schout en schepenen van Roosendaal een document uit met daaraan het vrijheidszegel en ondetekend door de schout en alle schepenen waarin zij verklaren dat de op Bulkelaer wonende bouwman Pieter Jansen Boeren, enige zoon van Jan Pietersen Boeren en Adriaentje Cornelis Nelen tweemaal in Oost-Indië is geweeest. Over zijn tweede reis is verder niets bekend. Op 28-jarig leeftijd trouwt hij op 10 november 1709 met de 15 jaar oudere Cornelia Anthonissen Bavelaers, de weduwe van de uit Turnhout afkomstige Peeter Voorbeijtels. Op 17 december 1710 (volgens koopconditie van 17 december 1709) koopt Pieter Jansen Boeren een steede lants mette huijsinge daer op staende gelegen op den Bulkelaer, (9 Gemet 55½roeden). Hij betaalde hiervoor 1350 gld. Pieter Jansen Boeren als testamentaire erfgenaam van Anna Marij Dugert verkoopt op 29 december 1714 een lijfrentebrief van 150 gld., die hem door de ontvanger generaal Hoogendorp ter hand was gesteld, aan Philips Gauwels te Middelburg {ABA, 803, fol. 171r-v}. Op 14 februari 1715 machtigt Cornelia Bavelaers haar man Pieter Jansen Boeren om de achterstallige rente te innen van een obligatie die Elisabeth van Leemputten, weduwe van Jan Thijs, bij haar had afgesloten. Pieter treedt in de periode 1715-1720 enige malen als geldschieter op: op 18 februari 1715 voor Dingeman van Balen en Geerit Moerincx; op 3 juni 1718 voor Christiaen Adriaensen Rongen; op 16 januari 1720 voor Maria Tomas Strijbos, voor wie Huijbregt Wagemakers zich borg stelt. In het jaar 1725 overlijdt Pieter 44 jaar oud te Roosendaal, op 8 november 1725 wordt hij aldaar in de kerk begraven, zijn echtgenote overleeft hem nog 13 jaar en ook zij wordt in de kerk begraven en wel op 16 april 1739. Zij is kinderloos overleden want op 26 januari 1740 werd aangifte gedaan van de collaterale successie door de mede-erfgenaam Cornelis Vreugt (RA 552), waarbij verwezen wordt naar een akte van repudiatie van verdere erfgenamen de dato 26 december 1739 voor notaris L. Sanderus te Roosendaal. Noot: Cornelia Anthonissen Bavelaers was een dochter van Anthonis Andriessen Bavelaers en Ingeltken Jans van Zon en werd te Roosendaal gedoopt op 12 maart 1666. Op 23 november 1693 testeerde Cornelia Bavelaers en haar eerste echtgenoot voor notaris Geeraert Smout te Turnhout. Op 7 januari 1733 doet Cornelia een schenking aan de Roomse Armen van de Molenstraat. De schenking omvatte: a) een blok zaailand (circa 3 gemet) gelegen in de Stepvelden, dit perceel wordt in het Roosendaals schotboek nader aangeduid als het noordwaerts Stepveld onder de torfvaert (2 gemet 293 roe), op 4 november 1731 had jan Luijks dit perceel nog gehuurd voor 5 achtereenvolgende jaren, ingaande St. Maarten 1731.b) twee huisjes en erven over de Hooge Brugge naer het Moleneijnde. Bepaald werd dat Cornelia reserveert en blijft behouden het gebruijck van het huijsje, alwaer sij is woonende, haer leven lange geduurende. Het andere huisje werd bewoond door Pieter Robeen.

Schouteth en schepenen der vrijheijd Rosendael doen cond en certificeren dat Pieter Jansen Boeren is een bouwman wonende onder dese jurisdictie op den Bulkelaer, dat hij is de eenige soone van Jan Pietersen Boeren ende Adriaentie Cornelis Nelen ende dat aen ons berigt is, dat de voornoemde Pieter Jansen Boeren tweemael is geweest naer Oostindien oversulcx dewijle het redelijck is der waerheijd getuijgenissen te geven in sonderheijd des versogt sijnde, soo hebben wij deese niet connen wijgeren maer des ’t oirconde dese met onser vrijheijds zegel doen bevestigen ende door onse secretaris laten onderteeckenen. Actum in collegio desen 29 juni 1708. Present de heeren Pieter Harel schouteth ende alle de schepenen praeter Christiaen Mens.