Branden in Roosendaal en Nispen

In 1539 heeft een Roosendaal een brand gewoed:. inden brant van Rosendael lestleden.  Ook Meerten de molenaar was het slachtoffer.

B. van Eekelen; De Waterschans, jg.47 (2017), pag. 169.


De oorzaak van de brandramp in 1572 is gelegen in de brandstichting door de Brielse soldaten (= watergeuzen). Wat was het geval? De pastoor die zich samen met de andere geestelijken en de kerkmeesters zich al vluchtend ….lees verder

E.G. Boeren; Enige nieuwe gegevens betreffende de brandrampen te Roosendaal, Periodiek Roosendaal en Nispen (1992), nr. 21, pag. 49-50.


In 1583 werd Roosendaal verschillende malen door brand getroffen, zoals blijkt uit een aantekening die de rentmeester Christoffel Stuijts maakte in een cijnsboek van het klooster Sint Catharinadal. Hierin lezen we het volgende: ….lees verder

E.G. Boeren; Enige nieuwe gegevens betreffende de brandrampen te Roosendaal, Periodiek Roosendaal en Nispen (1992), nr. 21, pag. 49-50.


Over de brandramp in het jaar 1600 is vrijwel niets bekend behalve dan dat de brand ontstaan is in een van de Roosendaalse brouwerijen en er sprake is van een generale afbranding.

WBA; Roosendaal en Nispen, R422, ongefolieerd.


Op 23 mei 1687 gingen in de Molenstraat en Achterstraat vijfendertig considerabele huizen waaronder twee van de voornaamste brouwerijen en een zeer schone grutmolen in vlammen op. De schade bedroeg 108.000 gld. Een van de afgebrande gebouwen is de herberg de WildemanOok de Ketel op de Vismarkt is afgebrand, blijkens een aantekening in het schotboek . Ook het huis ontrent de pastorije is afgebrand. De eigenaar Michiel Claesz van Sprangh kan zijn crediteuren niet meer betalen en het afgebrande huis moet publiekelijk verkocht worden. Op 31 januari 1694 deelt schout Harel mee dat .de Raad van State voor de brand in 1687 10.000 guldens aan verpondingen kwijtscheldt. Een deel daarvan is bestemd is voor de achterstallige verpondingen over het jaar 1689. En vervolgens telkens een deel tot en met 1696. Besloten wordt om met ontvanger Knaep ontvanger te Breda een akkoord te sluiten. In die zin dat de jaarlijkse kwijtschelding te mindering wordt gebracht op verschuldigde belastingen.

WBA;  Roosendaal en Nispen, Register van Resoluties, vergadering 26 mei 1687.
WBA: Roosendaal en Nispen, R321, fol. 25r-v.
WBA: Roosendaal en Nispen; OS138r {Img166}.
WBA: Roosendaal en Nispen; Register van Resoluties, vergadering 31 januari 1694.
WBA: Roosendaal en Nispen; R288, fol. 41r {Img51}.


Op 28 februari 1689 taxeren schepenen op verzoek van Wouter Mauwen een ledig erf in de Achterstraat waarop een huis gestaan heeft dat is afgebrand. Het huis staat in het schotboek op naam van Cornelis Marcus Bogaerts.

WBA; Roosendaal en Nispen, R361, fol. 19r.


Op 16 maart 1720 omstreeks 6 uur breekt er te Langdonk plots brand uit bij de weduwe Heijltie Pieters Elsten (weduwe van Leendert van Aert) en haar zoon Pieter Leendert van Aert. Huis, schuur en turfhuis maar ook dieren, granen, meubelen etc gaan in vlammen op. Gered worden een paard, veulen en koe. En ook nog een dragt klederen.

WBA; Roosendaal en Nispen, R391, fol, 217v-218r.


Uit de lijst van van erfgoederen nagelaten door Maria Isabella Ernestina de Rast, weduwe van Arnoldus Crol, overleden op 18 december 1747 blijkt dat zij onder andere in het bezit was van een huis op de Markt en een huis op Boeink. Het huis op Boeink is in 1747 afgebrand, zoals blijkt uit de ondertaande tekst.

een leedige erve gelegen op Boeink, waerop voor dese een huijs, schuure et cetera gestaan heeft, zijnde deselve kortelings afgebrand

WBA: Roosendaal en Nispen, R555, ongefolieerd {Img221}.


In de nacht van 18 op 19 november 1752 brandt onder Haink onder Roosendaal het huis van Andries Hertog af. Hij verliest in de vlammen ook al zijn vee, granen en meubelen, etc. Hij heeft een vrouw en vier kleine kinderen. De magistraat staat hem toe de Roosendaalse bevolking om aalmoezen en milddadige giften te mogen vragen zodat hij weer een bestaan kan opbouwen.

WBA; Roosendaal en Nispen, R409, ongefolieerd {SDC13426}.


In het jaar 1760 is een huis op Deurligt afgebrand. zoals blijkt uit een van de schotboeken. Vermits deese neevenstaende huijsing in den jare 1760 is afgebrand in collegio van heeren drossard, schepenen en gemeentemannen den 6 mei 1767 geroijeert en afgeschreven. Met de nevenstaande huijsinge wordt bedoeld het huis dat stond op een perceel dat 1G 185R groot was en dat nu genaemt is de Verbrande Steede.

WBA: Rooosendaal en Nispen; JS336 {Img..}.


Op een onbekende datum is het huis Moerendaal onder Nispen, dat eigendom is van de kinderen van Lambertus Sanderus, afgebrand. In de vergadering van 12 december 1764 krijgt de secretaris van de bestuurders toestemming om de verponding af te schrijven. In het schotboek lezen we: de meuragie (= puinhopen?) etc van de huijsinge  off hoffsteede genaamt Moerendael met de werff voor dat deselve huijsinge affgebrant was met den werff geschot op 5£. Met in de marge de aantekening: Also de neevenstaende huijsinge is afgebrand soo is deselve in collegio van heren regenten dato 12 december 1764 gefault.

WBA: Roosendaal en Nispen; Register van Resoluties, 12 december 1764.
WBA: Roosendaal en Nispen; JS611r {Img261}.


Eveneens in de vergadering van 12 december 1764 krijgt de secretaris toestemming om het door brand verwoeste huis van Steeven Huijbregts op Hainck af te schrijven. Vermoedelijk is dit het huis dat in de nacht van 18 op 19 november 1752 is afgebrand.

WBA: Roosendaal en Nispen; Register van Resoluties, 12 december 1764.


In de avond van 31 maart 1806 heeft er in Roosendaal een smertelijk ongeluk plaatsgehad. Er heeft een zware brand gewoed die ontstaan is  in de achterschuur van Jan de Greef en overgeslagen is naar de buurman Jan Janse Bartelen, die al zijn bezittingen in de brand verloor. De schade wordt door de buren Paulus van Oers en Gerardus van Merode getaxeerd.

omschrijving van de schade gld
Huis, schuur en verdere timmeragie 1.500
900 pond klaverhooi en 600 pond wit hooi 150
1900 busselen stro 190
60 zakken rogge 532
40 zakken haver 104
2 varkens, boeren-en bouwgereedschap 70
500 pond spek 150
Een partij linnen-en wollen mannen-en vrouwenkleding 200
Verscheidene meubilaire goederen en melkgereedschap 300

WBA; Roosendaal en Nispen, AMu584, pag. 354-356.


Aan dezuidzije van de Achterstraat bij Dankershoek, ter hoogte van wat later de percelen L597 en 597 op de Minuutplan van het kadaster zouden zijn, is rond 1818 de brouwerij van Jan van Pul uit Kalmthout afgebrand. In het Archief van het Plaatselijk Bestuur van Roosendal & Nispen (1822) lezen we het volgende:

daar dese brouwerije meer dan vier jaren geleden geheel en al vernietigd is en niet weder zal worden hersteld zoo wordt versogt dat de post, om 38 gld daarvan gebragt, mag worden geroyeerd.

WBA: Roosendaal en Nispen; Pl.B. 398.

Noot: Jan van Pul is een broer van Cornelis van Pul, die van 1840 tot 1842 burgemeester was van Kalmthout.