Ga direct naar de lijst van onwettige geboorten.
In 1656 werd door de Staten-Generaal door middel van het Echtreglement voor de steden ende ter platte landen in de heerlijckheden ende dorpen onder de dorpen gedetailleerd in vijfennegentig artikelen geregeld hoe om te gaan met huwelijksvoltrekkingen en onwettige kinderen. Behalve richtlijnen met betrekking tot het huwelijk zoals bijvoorbeeld verbintenissen tussen verwanten waren er een aantal richtlijnen betreffende de geboorte van onwettige kinderen (artikelen 87 en 88). Het was al een oud gebruik dat aan een ongehuwde vrouw in barensweeën door de vroedvrouw gevraagd werd wie de natuurlijke vader van haar kind is. Met de afkondiging van het echtreglement wordt ook in Generaliteits-Brabant gedetailleerd geregeld hoe met onwettige geboorten dient te worden omgegaan en welke boetes er staan op overtreding (artikel 87). Het echtreglement regelde ook dat vroedvrouwen beëdigd diende te worden door de magistraat en dat zij binnen 24 uur na de geboorte aangifte moeten doen van de naam van de moeder met vermelding (met het huis) waar zij woont (artikel 88). In de praktijk deden de vroedvrouwen aangifte van de onwettige geboorte aan de magistraat door middel van een kort briefje. Daarna gaan schout en/of schepenen ter plaatse navraag doen bij de moeder. De moeder moet dan een verklaring onder ede afleggen betreffende het vaderschap. En de verklaring dient in een register te worden ingeschreven. Een standaard frase in die verklaring luidt: En wijders dat zij met niemand anders vleeschelijke conversatie gehad heeft. De vader wordt beboet voor de defloratie tenzij hij het vaderschap loochende dan wel beloofde met de moeder te trouwen. Het ontkennen van het vaderschap leidde meestal tot lange gerechtelijk procedures. Af en toe wilde het namelijk nog wel eens voorkomen dat een dienstmaagd probeerde een rijke boerenzoon aan de haak te slaan door een valse verklaring af te leggen. In geval die boerenzoon toch wel de vader was dan wilde die het vaderschap nog wel eens ontkennen. Was de vader een gehuwde man met een openbare functie dan werd hij, naast die hoge boete, ook nog uit functie gezet. Het echtreglement bleef van kracht tot in de Bataafse tijd. De akten uit de schepenbankregisters vermelden soms meer gedetailleerde info dan de doopakten. Hieronder een overzicht van de onwettige geboorten in Roosendaal en Nispen zoals die opgetekend werden in de schepenbankregisters. De doopakten zijn, tenzij anders vermeld, uit de RK doopboeken van de Roosendaalse Sint Jansparochie. Voor onwettige geboorten vòòr 1656 klik hier.
Lijst van onwettige geboorten Roosendaal en Nispen 1656-1810
Op 20 juni 1656 verschijnt Elisabet Jans, jd en wonende op de Langendijk voor schepenen van Roosendaal. Zij verklaart dat haar kind genaamd Pieter dat se nu op heuren arm heeft en 11 weken oud is, is verwekt door Anthonis Janse Brant. Aanwezig is ook Jan Adriaansen Brant, de vader van Anthonis Brant die belooft dat als Lijsbeth met zijn zoon zou trouwen hij dan een ander kind dat zijn zoon verwekt heeft bij Jenneken Pieren van Genichte zal alimenteren nadat het de leeftijd van een jaar bereikt heeft.
WBA: Roosendaal; R257, fol. 61r-v {Img70-71}.
- Op 20 juni 1656 wordt gedoopt Petrus, onwettige zoon ex simplici fornicatione van Antonij Janssen en Lisken Jans. Getuigen Jan Adriaenssen en Adriana Laurenti.
- Op 4 september 1656 wordt gedoopt Gertrudis, onwettige dochter ex simplici fornicatione van Antonij Jans en Joanna Pieren. Getuigen Cornelius Piers en Cornelia Jans.
- Voor de Nederduits Gereformeerde Gemeente van Roosendaal trouwen op 15 oktober 1656 Anthonij Janssen, jm, geboren te Roosendaal en wonende op de Langendijk en Lijske Jans, jd, geboren te Roosendaal en wonende op Langdonk. RK huwelijk niet gevonden in Roosendaal of omgeving.
Op 27 februari 1666 compareerde Maijken Pieters, vroedvrouw en getrouwd met Jan Cornelissen Gasteleers voor schepenen. Zij heeft, in het huis over de Hoge Brug van Adriaen Heestermans, ene Maijken (geen achternaam vermeld)verlost van een zoon. Maijke heeft verklaard dat de vader van haar kind is Cornelis Leenertse Vosberch.
WBA: Roosendaal en Nispen; R423, ongefolieerd {Img227}.
Op 25 februari 1666 wordt gedoopt Cornelius, onwettige zoon van Maria Cornelissen en Cornelius Lenaerts Vosberghen. Getuigen: Joannes Cornelissen en Gertrudis Cornelissen.
Op 10 juni 1666 compareerde Margriete Jans, weduwe van Cornelis Claessen, wonende op de Langendijk onder Roosendaal die onder ede verklaart dat de vader van het kind waarvan zij op de 10e der voorleden maand ‘savonds is bevallen, is Gielis Cornelissen Mulders.
WBA; Roosendaal en Nispen, R423, ongefolieerd {Img237}.
Op 11 juni 1666 wordt gedoopt Maria, onwettige dochter van Aegidius Cornelissen en Margareta Jans. Getuigen: Dingemannus Janssen van Son en Adriana Jans ipv Petronella Cornelissen.
Op 28 juli 1666 verscheen Maijken Joos Cleerens, vroedvrouw en getrouwd met mr Andries Goossens, voor schepenen. Zij verklaart dat de jonge dochter Adriaentken Willem Straetmans gisteren na den middach tegens den avonstont is bevallen van een dochtertje. Zij heeft verklaard dat de vader van haar kind is Aernout Claes Bruijnincx. Verder verklaart zij dat Aernout haar trouwbelofte heeft gedaan op vastenavond 1666, en als hij dat niet zou bevestigen dan zou zij geen blijde moeder van haer vruchte wesen.
WBA: Roosendaal en Nispen; R423, ongefolieerd {Img239}.
Op 28 juli is gedoopt Helena, onwettige dochter van Adriana Willemssen Straetmans en Arnoldus Niclaessen Bruijnincx. Getuigen: Nicolaes Bruijnincx en Dijmpna Meussen.
Op 15 februari 1667 verschijnt Anneken Willemsdochter, wonende in het Cromwiel, out soo sij seijde 25 jaren. Zij verklaart dat zij zwanger is geraakt van Cornelis Adriaen Busch wonende te Kruisland. Zij is van haar kind verlost in december 1666, echter het kind is overleden en begraven. Anneken is alleen vergoed in de kraamkosten. Cornelis Adriaen Busch, die ook aanwezig is, accepteert het volgende vanwege reparatie van eere off defloratie: als hij niet tot een trouw komt of zonder getrouwd te zijn of kinderen na te laten overlijdt dan zal Anneke een vergoeding van 25 gld, sonder meer en anders niet, genieten.
WBA: Roosendaal en Nispen; R268, fol. 13v-14r {Img26}.
Op 10 december 1666 wordt gedoopt Elisabeth, onwettige dochter van Cornelius Cornelissen {sic} en Johanna Willems. Getuige: Maria Tijssens.
Op 9 januari 1674 begeven schepenen zich naar het huis van Janneken Anthonis Straetmans aan de Kade. Daar treffen zij op bed aan de jonge dochter Maria Janssen die verklaart dat zij de afgelopen nacht ten huize van Cornelis Noremans tussen 12 en 1 uur verlost is van een kind waarvan de vader is Jacobus Noremans.
WBA: Roosendaal en Nispen; R424, ongefolieerd {Img75}.
Op 9 januari 1674 wordt gedoopt Maria, onwettige dochter van Maria Jans en Jacobus Crol. Getuige: Anna Cornelissen.
Noot: De familie Crol komt ook voor als alias Noremans.
OP 24 januari 1674 begeven schepenen zich naar het huis van de tavernier Adriaen ‘sGroots. Daar treffen zij op bed Elisabeth Lenaerts, de dienstmaagd van Adriaen ‘sGroots. Zij verklaart dat de vader van het zoontje, waarvan zij maandag laatst leden bevallen is, is Jan Domen Rongen.
WBA: Roosendaal en Nispen: R424, ongefolieerd {Img75}.
Op 23 januari wordt gedoopt Joannes, onwettige zoon van Elijsabeth Leenders en Joannes Adriaenssen Domen. Getuige: Adrianus Schroots.
Op 28 januari 1678 begeven schepenen zich naar het huis van Jan Bon wonende op het einde van de Achterstraat waar ze in het kraambed hebben aangetroffen diens dochter Elisabeth Janssen Bon die verklaart dat de vader van het kind waarvan zij in de nacht van 23 en 24 1678 is verlost, is Cornelis Pieterse Raets.
WBA: Roosendaal en Nispen; R425, ongefolieerd {Img84}.
Op 24 januari 1678 wordt gedoopt Cornelius, onwettige zoon van Cornelis Pietersen en Elisabeth Jans. Getuigen: Magdalena Geertsen namens Gerardus Aertsen en Cornelia Jans.
Op 30 januari 1679 begeven schepenen zich op verzoek van Cornelis Betincx naar diens huis. Ze hebben daar aangetroffen diens dochter Petronella Betincx die verklaart dat zij in verwachting is van Corstiaen Heestermans. Zij zegt dat zij dit bij de bevalling nogmaals zal bevestigen. Op 12 april 1679 verklaart de vrijheidsvrouwdvrouw Maeijke Pieter van Buerstede dat zijn maart is geweest bij Pieternella Betincx , jonge dochter die ten huize van haar vader Cornelis Betincx in barensweeën verkeerde. Petronella heeft toen in aanwezigheid van andere vrouwen verklaard dat de vader van haar kind is Christiaan Heestermans is. Verder heeft zij gezegd dat indien hij hij den vader van ’t kindt niet en is, soo wenste ick geen blijde moeder van ’t kinnen te willen worden. Kort daarna is zij verlost van een zoontje. Echter een en ander krijgt nog wel een vervolg omdat Christiaen Heestermans het vaderschap loochent.
WBA: Roosendaal en Nispen; R425, ongefolieerd {img112}.
Op 14 maart 1679 wordt gedoopt Adrianus, onwettige zoon van Petronella Betincx en Christianus Istermans. Getuigen: Dimpna van Hove namens Antonis Istermans en Anna Noremans.
Op 7 februari 1679 begeven schepenen zich naar het huis van Lucas Jansen van der Heijden wonende in de Ooststraat waar ze op bed aantroffen Janneken Joris die verklaart dat de vader van haar twee kinderen waarvan zij “gisteren” is bevallen, is Cornelis Van Sundert.
WBA: Roosendaal en Nispen; R425, ongefolieerd {Img112}.
Op 7 februari 1679 worden gedoopt Joanna en Christina, onwettige dochters van Joannes Cornelisse ex Zundert en Joanna Jorissen ex Wortel. Getuigen: Catharina Moermans mede namens Cornelis Mattheussen.
Op 20 maart 1696 begeven schepenen zich naar Maria Corstiaanssen Coppens op Hulsdonk. Zij verklaart dat zij de avond daarvoor rond 9 uur in het huis van haar schoonvader Jacob Philipssen Poré is verlost van een dochter waarvan de vader is Cornelis Willemssen Vissers, wonende in de stad Steenbergen.
WBA; Roosendaal en Nispen, R368, fol. 61r {Img…}.
Op 22 maart 1656 wordt gedoopt Elisabeth, onwettige dochter van Cornelius Willemse Vischers en Maria Christiaense.
Getuigen: Helena Stevens voor Wilhelmus Cornelisse Vischers en Anna Cornelisse.
Op 5 november 1696 gaan schepenen op verzoek van de schout naar het huis van de weduwe Pieter de Smid over de Hoge Brug. Zij treffen daar in een hoek bij de haard haar dochter Magdalena Pieters die verklaart dat Johan Willemsse Moermans de vader is van het kind waarvan zij afgelopen zaterdag (dat is 3 november 1696) bevallen is.
WBA; Roosendaal en Nispen, R368,fol. 171v {Img…}
Op 21 februari 1697 begeven schepenen zich naar het huis van Maijken Pietersen van Buurstede, gewezen vroedvrouw binnen Roosendaal. alwaar ze aantroffen Martijntie Roelofs, laatst gewoond hebbende te Middelburg bij de rentmeester Dalis. Martijntje verklaart dat zij circa zes weken geleden bij Maijken Pieteren van Buerstede is komen inwonen en dat zij daar op 8 februari 1697 is verlost van een kind dat op 17 februari is overleden. Zij verklaart verder dat Pieter Brouwerts, advocaat te Middelburg, de vader is van haar kind.
WBA: Roosendaal en Nispen; R369, fol. 29r {Img31}.
Op 20 april 1697 verscheen Magdaleen Jacobs, weduwe van Erasmus Thomassen, voor schepenen van Roosendaal. Van Magdaleen en Erasmus wordt gezegd dat ze beiden uit Denemarken afkomstig zijn: geboortigh in Aergoes (=Aarhus). Magdaleen is iets meer dan 14 dagen geleden verlost van een meisje dat gisteren (19 april 1697) is gestorven ten huize van Adriaan Lauwrijs wonende op Borteldonk. Schepenen verklaren dat het kind op heden (20 april 1697) begraven is.
WBA; Roosendaal en Nispen, R369, fol. 42v. {Img54}.
Op 28 maart 1705 begeven schepenen en secretaris zich op verzoek van Jan Roelen van Hoogeloon naar het huis van diezelfde Hoogeloon waar ze, in bed liggende, aantroffen diens dochter Catharina Janssen Hoogeloon die verklaarde dat Jan Hendrix Slockers de vader is van het kind waarvan zij op 22 maart 1705 ’s avonds omstreeks 6 uur bevallen is. Maria Cornelissen de Wijs, huisvrouw van Hendrik Adr. Potter, en Hijltje Willems, huisvrouw van Cornelis Lucas Bessels verklaren dat ze Catharina dat ook hebben horen zeggen.
WBA; Roosendaalen Nispen, R377, fol.26r-v {Img…}.
Op 23 maart 1705 is gedoopt Roelandus, onwettige zoon van Joannes Slockers en Catharina van Hoogeloon. Getuigen: Joannes Hoogeloon en Maria Hermans namens Barbara van Hoogeloon.
Op 20 januari 1708 begeven schepenen zich naar het huis van Adriaen Brandt wonende op de Brandehoeve in het Laagveld. Daar hebben zij diens dochter Janneken aangetroffen in het kraambed. Zij verklaart dat de vader van de dochter waarvan zij de dag tevoren bevallen is, is Lambrecht Marijnissen, de schoonzoon van Willem Joossen van den Enden.
WBA; Roosendaal en Nsipen, R381, fol. 13r {Img….}.
Op 21 januari 1708 is gedoopt Antonia, onwettige dochter van Lambertus Marijnisse en Joanna Adriaensen Brant. Getuigen: Joanna Lambrechts namens Wilhelmus Meeusse van den Eijnde en Petronilla Adriaenssen Brant.
Op 13 juli 1712 op verzoek van Adriaen Dircken van Ginderen begeven twee schepenen zich naar diens woonhuis te Nispen waar ze aantroffen diens dochter Catharina Adriaens van Ginderen, die verklaart dat de vader van haar kind is Jan Hendricx Neffens.
WBA; Roosendaal en Nispen, R383, fol. 152v-153r {Img164}.
Op 12 juli 1712 is gedoopt Maria onwettige dochter van Joannes Hendrix en Catharina Adriaensen. Getuigen: Henricus Janssen en Anneken Jacob Francken.
Op 13 juli 1712 begeven schepenen zich naar het woonhuis van Anthonie Adriaenssen Mangelaer, waar ze aantreffen diens dochter Willemijnken Anthonissen Mangelaer die verklaart dat de vader van haar kind is Cornelis Janssen Helmonts.
WBA; Roosendaal en Nispen, R383, fol. 153r {Img164}.
Op 11 juli 1712 is te Oudenboch gedoopt Joannes, onwettige zoon van Cornelius Hellemans {sic} en Guilielma Antonissen Mangelaer. Getuigen: Cornelius Xaenssen Kersten en Petronella Antonissen Mangelaer.
Op 7 augustus 1713 begeven schepenen zich naar het woonhuis van Maria Bols, weduwe van Marijnus van Breugel alwaar zij hebben aangetroffen haar dochter Anna Marijnissen van Breugel. Deze verklaart dat zij circa drie weken geleden binnen de stad Antwerpen bevallen is van een dochter genaamd Johanna, waarvan de vader is Adriaan de Rijck. Verder verklaart zij dat zij al eerder twee kinderen gebaard heeft. De eerste is dood geboren en de tweede is genaamd Jan. De vader van die twee kinderen is ook Adriaan de Rijck.
WBA; Roosendaal en Nispen, R384, fol, 84r {Img…}.
Op 5 oktober 1716 wordt uitvoering gegeven van de apostille van de magistraat van 20 augustus 1716 op het verzoek van Joos Claesen van Capelle getrouwd met Janneken Cornelissen Rossen. Janneken Cornelissen Rosse en Helena Huijbregtz van Capelle verklaren dat Janneken Rosse op St. Jan 1714 zonder de preziese datum te weten zwanger ging van Passchier Jansen van Son en dat zij thuis bij haar vader Cornelis Marijnissen Rossen wonende op de Langendijk onder Wouw is verlost van een dochter die nog bij haar woont en dat Passchier Janssen van Son daarvan de vader is. Helena Huijbregts van Capelle bevestigt dit.
WBA; Roosendaal en Nispen, R387, fol. 112v-113r {Img126}.
Op 24 juni 1714 is gedoopt Joanna, onwettige dochter van Paschasius Jansen van Son en Joanna Cornelissen Ros. Getuigen: Margaretha van Overvelt mede namens Marinus Cornelissen Ros.
Op 5 december 1716 wordt op verzoek van Maria Jansen Mangelaer de gezworen vroedvrouw Susanna Pruijmboom ondervraagd die op 2 december 1716 is verzocht te getuigen. Zij verklaart dat circa 6 jaar geleden zij Maria Jansen Mangelaer heeft geholpen bij het verlossen van een jonge zoon. Maria heeft in barensnood Passchier Jansen van Son als vader van haar zoon genoemd.
WBA; Roosendaal en Nispen, R387, fol. 166r {Img179}.
Op 20 april 1711 is gedoopt Joannes, onwettige zoon van Paschasius Jansen van Son en Maria Jansen Mangelaers. Getuigen zijn Adriana Jans Braed mede namens Joanna Dingemans van Son.
Op 22 september 1717 legt Geertie de Gijs, gewezen vroedvrouw en echtgenote van Johannes Hofland op verzoek van Aert Schippers een verklaring af. Zij verklaart dat zij zeven jaar geleden is verzocht naar Bulkelaar te komen bij Maria Marijnissen (sic) Clercq die toen verlost is van een dochtertje en waarvan zij in barensnood heeft aangevadert Claes Janszen wonende te Huijbergen of Ossendrecht. En dat Maria Jansen Clerck na dato is getrouwd met ene Pieter (achternaam niet vermeld) en dat zij tegen Pieter heeft gezegd: Wel Peer waarom quamt gij het te loochenen dat het kint (detonerende het voorschreven kint) van Maria Jansen Clercq het uwe was, want het gelijckt u of het uw baekhuijs gesneden was. Pieter heeft daarop geantwoord: Dat deden wij maer omdat we van de boet van de schouteth vrij souden sijn.
WBA; Roosendaal en Nispen, R388, fol. 169v-170r {Img185}.
Op 1 februari 1718 verklaart de gezworen vroedvrouw Janneken Joossen dat zij in het jaar 1716, zonder de precieze maand te weten, ten huize van Joos Lievensz Paers geholpen heeft bij de bevalling van een vrouw waarvan zij gehoord heeft dat die Maij werd genoemd en die van een dochter verlost is. Als vader heeft zij benoemd Adriaen Pietersen van der Heijden. Verder verklaart zij dat enige tijd daarna ten huize van Cornelis Tack heeft geholpen een zeker vrouw genaamd Dingen die verlost is van een dochter waarvan zij als vader genoemd heeft eveneens Adriaen Pietersen van der Heijden. Joos Lievensz Paers verklaart hetzelfde en zegt verder nog dat Maij is toegenaamd Crollekes.
WBA; Roosendaal en Nispen 389, fol. 17v-18v {Img31-32}.
Op 27 mei 1716 is gedoopt Elisabetha, onwettige dochter van Adrianus Pietersen van der Heijden en Maria Cornelissen van Lanen. Getuige: Petronilla Cornelissen mede namens Anthonius …
Op 17 december 1718 worden Jan Geersen Vos (28 jaar) en zijn echtgenote Elisabeth Loncke (24 jaar) ondervraagd. Zij bevestigen dat sinds 1 mei 1718 bij hen heeft gewoond een vrouw genaamd Janneken. Op de vraag of het vermoeden bestond dat Janneken zwanger was antwoordde Jan ontkennend en Elisabeth bevestigend. Jannneken heeft echter nooit gezegd dat zij zwanger was. Op de vraag of Janneken tussen vrijdag en zaterdag laatsleden is verlost van een kind. Antwoordt Jan dat Janneken vrijdag avond gezegd heeft dat zij ziek was en naar bed is gegaan. Na een half uur op bed gelegen te hebben zegt Jan dat zijn vrouw hem zei dat Janneken een kind had gekregen.Elisabeth. Jan en Elisabeth hebben niet gezien of het kind leefde Er is geen vroedvrouw bij aanwezig geweest. Bij de bevalling zijn nog wel aanwezig geweest Marije Keijenburgh, de vrouw van Rommen Rommensen van Agtmael, Jacomijntje, de weduwe van Pieter de gewezen vorster op Vinkenbroek en Maeijken, de weduwe van Aert van Boinck. Jan verklaart verder dat toen Janneken vrijdags is verlost hij zaterdags is gegaan naar Pieter Jansen Raets op Borteldonk en hem verteld dat Janneken was bevallen en dat hij haar moest ophalen en anders zou hij het de officier vertellen. Op zaterdag avond is Pieter Raets met een kar gekomen en heeft Janneken met kind daarop gezet maar Jan weet niet waar ze naar toe zijn gegaan. Elsiabeth bevetigt dit. Elisabeth zegt dat Janneken heeft gezegd dat Pieter Jansen Raets de vader van het kind was en daarom is Jan op zaterdag morgen naar Raets gegaan en heeft dat ook gezegd aan de moeder van Raets.
WBA; Roosendaal en Nispen, R389, fol.183r-186r {Img199-202}.
Op 8 januari 1719 trouwen RK te Nispen-Essen Petrus Jansse Raets en Joanna Jacobs Schoonen. Petrus Janssen Raets is de zoon van Joannes Janssen Raets en Maria Peeters Rietbergs. Hun zoon Jacobus werd gedoopt Nispen-Essen 1 februari 1720.
Getuigen: Paulus Marcelissen Clerck en Maria Peeterse Ritbergh
Een akte van 12 mei 1719: Pieter Janssen Raets heeft kind verwekt bij Janneken Jacobs, jd. .
WBA; Roosendaal en Nispen R438 {nog nakijken}.
Op 9 augustus 1723 op verzoek van Jan van Dorst begeven schepenen en de substituut secreataris zich naar Steenpaal, besijden de heerlijkheijd Nispen, naar diens huis. Aldaar lag te bed zijn dochter Adriaentie Jansen van Dorst die verklaart dat Jan Pietersen van Heijbeek de vader is van het zoontje waarvan zij op voorleden dinsdag avond om circa 10 uur is verlost.
WBA; Roosendaal en Nispen, R394, fol. 108r {Img125} (nog nakijken}.
Op 5 juli 1724, op verzoek van Catharina Drinckveld verschijnen voor schepenen de vroedvrouw Susanna Pruijmboom X Jan van Maastrigt, Elisabeth Bogers X Willem van Heijst, Anna Bavelaers X Feert Prins en Elisabeth Barentsz van Sennen X Christoffel Mommers. Zij verklaren dat in de maand september 1722 ten huize van de moeder van Catharina in de Molenstraat, Catharina Drinckvelt is bevallen van een zoon waarvan zij in barensnoord heeft verklaard dat de vader is een zekere officier genaamd Crauwelaer,
WBA: Roosendaal en Nispen; R395, fol. 25v {Img90}.
Op 5 september 1722 is te Nispen, protestants gedoopt Paulus, onwettige zoon van Catharina Drinckvelt en Paulus Krauwelaer. Met in de marge de aantekening dat het kind gewettigd is bij huwelijk. Noot: huwelijk niet gevonden.
Op 19 oktober 1725 begeven schepenen zich naar het huis van Jan Vergouwen op de Kortendijk waar op bed aantroffen Maria van Riel, echtgenote van Adriaan Karreman. Maria van Riel heeft gewoond in een winkeltje van Maria Goede in Prinsenland. Zij verklaart dat zij op zaterdag 13 oktober 1725 is aangekomen bij Jan Vergouwen en dat zij op dinsdag daarop volgend is bevallen. Verder verklaart zij dat haar man sinds vier jaar voortvluchtig is vanwege het vermoorden van een kind. Gevraagd wie de vader is van het kind waarvan zij bevallen is zegt zij dat haar man bij haar is geweest en dat hij de vader is, maar zij weigert dit onder ede te bevestigen.
WBA: Roosendaal en Nispen; R396. fol.146v-147r {Img150}.
Op 30 maart 1730 begeven schepenen zich naar het huis van Jacob Huijbregtsen van den Bergh in de Achterstraat waar zij op de slaapbank aantroffen zijn dochter Maria Jacobsen van den Bergh die circa 26 jaar oud is. Zij verklaart dat Christiaan Giliams van der Riedt wonende te Heerle de vader is van het kind waarvan zij op 13 maart 1730 ten huize van Jan Lindertz van Bavel verlost is.
WBA; Roosendaal en Nispen, R401 fol. 165v {Img180}.
Op 14 maart 1730 is te Steenbergen gedoopt Joanna onwettige dochter van Maria Jacobse van den Bergh en Christianus Michielse van Derriet. Getuigen Jacobus van den Bergh en Joanna Geertse.
Op 25 augustus 1730 begeven twee Roosendaalse schepenen en de Zevenbergse schepen Quirinus den Roijen zich naar het huis van de kleermaker Adriaen Boet wonende binnen Roosendaal waar zij aantreffen de dochter van Quirinus den Roijen genaamd Hubertina den Roijen swackelijck dog seer present te bedde liggende en oud bij de 25 jaar. Zij verklaart dat de vader van het zoontje waarvan zij deze morgen om half acht bevallen is de heer Johan Engelbert Orisant baljuw van Nieuwvaert anders gezegd de Clundert.
WBA; Roosendaal en Nispen, R401 fol. 254R-v, {Img268-269}.
Op 27 augustus is te Roosendaal protestants gedoopt Huijbertus, onwettige zoon van Jan Engelbert Orisant en Huiberta den Roijen. Getuige: Marij Moer de echtgenote van Boest.
Op 11 juli 1736 op verzoek van Michiel van Capelle, wonende in de Leege Weijden onder Langdonk, begeven schepenen zich naar zijn huis alwaar zij te bedde hebben gevonden diens dochter Elisabeth van Capelle, circa 23 jaar oud, met een jong geboren kind, zijnde een zoontje aan haar zijde. Elisabeth is op maandag middag (dat is dus 9 juli 1736) seer subiet verlost zonder dat er tijd was om een vroedvrouw daarbij te halen; zoals ook haar moeder Antonetta Hopmans bevestigd. Elisabeth verklaart dat het kind is verwekt door Adriaan van Hove.
WBA; Roosendaal en Nispen R404, ongefolieerd {Img130-131}.
Op 9 juli 1736 is gedoopt Adrianus, onwettige zoon van Adrianus … en Elizabetha van Capellen. Getuigen: Michael van Capelle en Antonia Hofmans.
Op 26 april 1745 op verzoek van Samuel Dingemans, substituut baljuw van Dinteloord en heerljkheid Prinsenland verschijnt Catharina Wigtmans jonge dochter circa 35 jaar oud en wonende in Willemstad voor schepenen. Zij verklaart dat zij gedurende drie jaar als dientmeid heeft gewoond bij de heer Johannes Felbingen, secretaris van Dinteloord en Prinsenland. Hij heeft haar verleid tot een vleesselijke converstatie waardoor sij geïmpregneert en beswangert is geworden, soodanigh dat sij daervan op den 27e december 1744 binnen de stad Amsterdam is verlost geworden van een jonge dochter.
WBA; Roosendaal en Nispen R 407, ongefolieerd {Img242-243}.
Op 26 novemer 1745 begeven schepenen ensecretaris zich naar het huis van Abraham Snul, aldaar hebben zij te bedde zien liggen zijn zuster de jonge dochter Maria Snul, oud , soo zij zijde, 25 jaar. Zij verklaart dat tusschen voorlede maendagh en dingsdagh snachts is bevallen van een dochtertje waarvan de vader is Robertus Lips, gerechtsvorster te Zundert. Op 13 januari 1746 verscheen de vrijheidsvroedvrouw, Maria Mouw, weduwe van Adriaen Boet, voor schepenen. Zij verklaart dat op 23 november 1745 zij geroepen is bij de jonge dochter Maria Snul die in barensnood verklaarde dat Robertus Lips, gerechtsvorster te Zundert de vader is van het meisje waarvan zij later die dag van zou bevallen.
WBA; Roosendaal en Nispen R407, ongefolieerd {Img253}.
Op 28 november 1745 is te Roosendaal protestants gedoopt Maria Elisabeth, onwettige dochter van Maria Snul. Getuigen: Johanna Bruijne en Maria Moors.
Op 3 juni 1752 begeven schepenen zich naar de jonge dochter Johanna van Geel die verklaart dat ze op 31 mei 1752 is bevallen van een dochter waarvan de vader is Jacobus Hendriks.
WBA; Roosendaal en Nsipen R409, ongefolieerd {Img12}.
Doop niet gevonden te Roosendaal, Nispen-Essen of Wouw
Op 4 juni 1754 begeven schepenen zich naar de in Schijf geboren Pauwelijn Wijten die dienstmeid is bij Adriaan Gijsbregtse Vos op Langdonk onder Roosendaal. Zij verklaart dat zij op 2 juni 1754 is bevallen van een zoontje waarvan de vader is Jan Dircken die geboren is te Meerle.
WBA; Roosendaal en Nipen, R409, ongefolieerd {Img44-45}.
Op 3 juni 1754 is gedoopt Joannes, onwettige zoon van Joannes Dircken uit Meel en Paulina Wijten. Getuigen Joannes Fist en Joanna Helmonts
Op 6 juni 1754 begeven schepenen zich naar de jonge dochter Catharina Schrauwen die bij haar moeder Maria Betincx, weduwe van Adriaan Schrauwen, woont. Zij verklaart dat zij op 5 juni 1754 is bevallen van een dochtertje waarvan de vader is Marijn Kop uit Oosterhout die als knecht bij de weduwe woont.
WBA; Roosendaal en Nispen R409, ongefolieerd {Img44-45}. Controleren!
Op 5 juni 1754 is gedoopt Adriana Margareta, onwettige dochter van Marinus Cop uit Oosterhout en Catharina Schrauwen. Getuigen Arnoldus Schrauwen en Margarita Schrauwen.
Op 3 mei 1756 begeven schepenen zich naar de jonge dochter Johanna Crook die thuis woont bij haar ouders. Zij verklaart dat zij op 2 mei 1756 in het huis van haar oudes is bevallen van een zoontje waarvan de vader is Jan Anthonisse den Engelsen wonende in de Koningsnoortpolder onder de jurisdictie van Prinsenland.
WBA; Roosendaal en Nipen R409, onhgefolieerd {SDC13436}.
Op 2 mei 1756 is gedoopt Marinus, onwettige zoon van Joannes den Engelsen die Gereformeerd is en Joanna Croek. Getuigen: Cornelius Croek en Cornelia Croek.
Op 13 september 1757 verscheen voor schepenen Elisabeth Helmonts, circa 33 jaar oud, soo sij seijde en wonende op de Kortendijk bij haar moeder Catharina Helmonts. Zij verklaart dat zij in de maand augustus, in de tijt van het boonenikken in Kruisland, met Cornelis Akkermans heeft meegewied. Bij Cornelis Akkermans was ook een zekere Adriaan de Rooij, wonende in Bosschenhoofd onder de jurisdictie van Hoeven. Op zekere nacht omstreeks 12 uur is Adriaan de Rooij bij haar in de schuur komen liggen en heeft haar met soete woordenverleid en haar met kind beswangert. Op 7 mei 1758 is zij ten huize van haar moeder bevallen van een welgeschapen zoon. Bij de bevalling waren aanwezig: de vrijheidvroedvrouw Johanna Coorsel, weduwe Selen, haar moeder, de vrouw van Christiaan Kerstens, de vrouw van Frans Verbraak en de vrouw van Leendert de Waal.
WBA; Roosendaal en Nispen, R409 ongefolieerd {SDC:controleren}
Op 7 mei 1758 is gedoopt Marijnus, onwettige zoon van Elizabetha Helmons die verklaart dat zij niet weet wie de vader is. Getuigen: Adrianus van Ginneken en Catharina van Halteren.
Op 1 maart 1762 verklaart Catharina (van) Steen, echtgenote van Jan Jooren, aan schepenen dat haaren man van haar is affgegaen omtrent Kersmiddag des jaers 1760. Zij heeft hem sinds die tijd niet meer gezien en dus ook niet meer met hem geslapen. Heden morgen om circa 9 uur is zij in het achterkamertje van het huis van Jan Veraert bevallen van een dochtertje waarvan de vader is Cornelis Vreugd, landman wonende bij de Kalsdonkse molen alwaar Catharina als dienstmaagd heeft gewoond sinds mei 1761.
WBA; Roosendaal en Nispen, R409, ongefolieerd {SDC13347}.
Op 1 maart 1762 is gedoopt Cornelia, proles adulterina van Catharina van Steen en Cornelis Vreugden. Geen getuigen vermeld.
Op 18 februari 1769 compareerde Adriana Langenberg, circa 18 jaar oud en wonende ten huize van Anthonij de Hoog. Zij verklaart dat zij op 17 februari 1769 aldaar bevallen is van een welgeschapen jonge dochter. De bevalling vond plaats in bijzijn van de vrijheidsvroedvrouw [Dona] Meijers (gehuwd met Jan Goedgeluk) en de echtgenoten van respectievelijk Cornelis Campen en Jacobus van Heusden en in het bijzijn van de weduwe van Marijn Moerincx. Zij verklaart dat de vader is Cornelis Trouw.
WBA; Roosendaal en Nispen, R410, ongefolieerd {SDC 13455}.
Op 17 februari 1769 is gedoopt Cornelia, onwettige dochter van Cornelis Trouw en Adriana Langenbergh uit Breda. Doopgetuigen: Petronella Corneli Trouw en Petronilla Haest.
Op 4 mei 1769, op verzoek van D.A. de Groot, drossaard van westkwartier va het Markiezaat van Bergen op Zoom, legt de Roosendaalse vrijheidsvroedvrouw Barbara Dircx, echtgenote van Dircx van den Bom een verklaring af. Zij is op 2 april geroepen naar het huis van Susanna de Clerck, jonge dochter op de Langendijk onder Wouw, die heeft verklaard dat de vader van het kind is Wijnand van der Riet, wonende onder Hoeven.
WBA, Roosendaal en Nispen, R410 ongefolieerd {Img200}.
Op 2 april 1769 is gedoopt Winocus, onwettige zoon van Winocus van de Riet en Susanna de Clerck. Getuigen: Petrus Vermunt en Elizabeth Seps namens Anna van de Riet.
Op 2 augustus 1771 verklaart Dingena Venrooij, ongehuwde dochter, soo sij sijde, 27 of 28 jaren oud, die eerst gewoond heeft ten huize van de heer Johannes Gerardus Vissers, koopman in wijnen en thans wonende ten huize van Michiel de Rijk. Zij verklaart dat zij op 22 juli 1771 ten huize van Michiel de Rijk bevallen is van een zoon en een dochter. Dit in aanwezigheid van een dokter, de vrijheidsvroedvrouw Barbara Dircx, huisvrouw van Dirk van der Bom, en de echtgenoten van Phieter (sic) Philips, Pieter de Rijk en anderen. Zij verklaart dat de vader is Dirk van Assel, een getrouwd man wonende te Roosendaal met wie zij voor de eerste keer vleeselijk heeft geconverseert veertien dagen voor Kermisdage des jaars 1770 en naderhand nog eens.
WBA; Roosendaal en Nispen R411, ongefolieerd {Img18}.
Op 21 juli 1771 is gedoopt, sub conditione, Dorothea, onwettige dochter van Digna Vendroij, waarvan de vader is Theodorus van Hassel uit Groot Zundert. Getuige: Joanna Maria Vendroij.
Op 19 november 1778 begeven schepenen en secretaris zich naar Kalsdonk ten huize van Anna van Steenbergen, weduwe van Jan Kriesels alwaar zij te bedde vonden liggen de dochter van de weduwe genaamd Maria van Sandvliet die zei oud te zijn 23 jaar. Zij toonde een meisje waarvan zij op de avond daarvoor is bevallen en dat de vader is Lambregt Gommeren, zoon van Adriaen Gomeren die ook op Kalsdonk woont.
WBA; Roosendaal en Nispen, R411, ongefolieerd {Img205}.
Op 18 november 1778 is gedoopt Jacoba, onwettige dochter van Lambertus Gommeren en Maria van Santvliet. Getuigen: Cornelis van Santvliet en Anna van Steenbergen.
Op 3 mei 1780 begeven schepenen en secretaris zich naar Johanna Cantrijn, jonge dochter wonende binnen Roosendaal die verklaart dat zij op 10 april 1780 verlost is van een zoontje waarvan de vader is Pieter Hertogh, geboren in Oudenbosch en die laatst als schippersknecht heeft gewoond in Stampersgat.
WBA; Roosendaal en Nispen R411, ongefolieerd {Img232}.
Op 1 april 1780 is gedoopt Petrus, onwettige zoon van Petrus Hertogh, liber en Johanna Kantrijn, liber. Getuige: Catharina Cantrijn.
Op 5 maart 1783 begeven schepenen en secretaris zich naar de stede van Hendrik Haast, bouwman op Kalsdonk. Aldaar hebben zij te bedde gevonden Elisabeth de Jong geboren in Hoeven en als dienstmaagd woonachtig bij Hendrik Haast. Zij verklaart dat zij op zondag 2 maart 1783 is verlost van een zoontje waarvan de vader is Cornelis Stuijts geboren onder Wesel in Brabant (=Wuustwezel) en ook als knecht wonende bij Hendrik Haast.
WBA; Roosendaal en Nispen, R412, ongefolieerd {Img6}.
Op 2 maart 1783 is gedoopt Adrianus, onwettige zoon van Cornelius Stuijts uit Wuustwezel en Elizabetha de Jongh uit Hoeven. Getuige: Cornelia Stuijts.
Op 10 april 1787 begeven schepenen zich naar het huis van Cornelis de Greef binnen Roosendaal alwaar zij op bed vonden liggen zijn dochter Cornelia de Greef. Zij verklaart dat zij op 8 april 1787 bevallen is van een zoontje waarvan de vader is Jan de Waal, geboren te Rupelmonde en als knecht gewoond hebbende bij Jan Vermeulen te Roosendaal.
WBA; Roosendaal en Nispen R412, ongefolieerd {Img92}.
Op 9 april 1787 is gedoopt Cornelius, onwettige zoon van Joannes de Waal en Cornelia de Greef. Getuige: Elisabeth de Greef.
Op 30 december 1788 begeven schepenen zich naar het huis van de arbeider Lambertus Maas waar voor hen verschenen is diens dochter Sijke Maas, 21 jaar, die verklaart dat zij op 1 december 1788 in aanwezigheid van de vroedvrouw Catharina Nadich is bevallen van een meisje waarvan de vader is Lt. General van Hardenbroek thans in garnizoen in Grave.
WBA; Roosendaal en Nispen R412, ongefolieerd {Img131}.
Op 1 december 1788 is gedoopt Anna Maria Cornelia, onwettige dochter van Joannes Laschapelle, militice sub capitanei ex Gelder, en Luci Maes. Getuigen: Anna Maria van Staij mede namens Lambertus Maes.
Op 10 mei 1793 begeven schepenen zich naar de stede van de weduwe van Cornelis van Agtmaal op Borteldonk onder Nispen. Waar ze in bed vonden liggen een vrouwspersoon die zei te heten Anna Vincenten. Zij is 23 jaar oud, geboren te Nispen en dochter van wijlen Passier Vincent. In haar arm heeft zij een jongetje waarvan zij de voorgaande woensdag 8 mei 1793 om 4 uur ’s middags is bevallen in aanwezigheid van de gezworen vroedvrouw Barendina Tulbach. Zij verklaart dat de vader is Jan van Agtmaal een jonge man en zoon van de voornoemde weduwe van Cornelis van Agtmaal.
WBA; Roosendaal en Nispen, R413, ongefolieerd {Img104}.
Op 8 mei 1793 is te Nispen-Essen gedoopt Cornelius, geboren op Borteldonk, onwettige zoon van Joannes van Agtmael en Anna Vincenten. Getuigen: Cornelia Christiaens mede namens Cornelius Vincenten en Petronella van Heijbeek.
In de marge van de akte is met een andere hand de volgende tekst bijgeschreven. Hic Cornelius legitimatus in subsequens matrimonium 17 juni 1793.
Op 17 maart 1796 begeven schepenen en secretaris zich naar Maria de Greef, weduwe van Adriaan van Tilburg en wonende op het einde van de Achterstraat. Maria verklaart dat zij op 4 maart 1796 is bevallen van een zoontje waarvan de vader is Aart Aars geboortig van Roosendaal.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 581, fol. 62 {Img34}.
Op 4 maart 1796 is gedoopt Petrus onwettige zoon van Arnoldus Aesses en de weduwe Maria de Greef.
Getuigen: Cornelia Kroch mede namens Adrianus Danen
Op 10 november 1796 begeven schepenen zich naar Maria Verschuuren circa 30 jaar oud en wonende aan de noordzijde van de Laage Brugge. Maria verklaart dat zij op 22 oktober 1796 bevallen is van een zoontje waarvan de vader is Jan Smits welke onder de Switsers heeft gediend als soldaat, sijne geborteplaats haar onbekent nog sijn wooning.
WBA; Roosendaal en Nsipen, AMu 581, fol. 142 {Img75}.
Op 22 oktober 1796 is gedoopt Wilhelmus onwettige zoon van Joannes Smits en Maria Verschueren. Getuigen: Christina Everse en Paulus de Vet.
Op 24 december 1797 begeven schepenen zich naar het huis van Marijn Braat onder Nispen aldaar was te bedde liggende Johanna van Dongen, circa 25 jaar oud en geboren te Standdaarbuiten en de laatste drie jaar gewoond hebbende bij Abraham Plak een bouwman onder Klundert. Zij verklaart dat zij op 19 december 1797 ’s avonds is verlost van een dochtertje waarvan de vader is Johannes Plak wonende onder Klundert.
WBA; Roosendaal, AMu 581, pag. 316 {Img165}.
Op 20 december 1797 is op de Heikant te Nispen geboren en te Nispen-Essen gedoopt Joanna, onwettige dochter van de protestantse Joanna van Dongen, bedelaarster uit Standdaarbuiten. Volgens de moeder zou de vader een in Klundert wonende boer, genaamd Plak, zijn.
Op 28 december 1798 begeven schepenen zich naar Petronella van Gils wonende achter de kinderen de Jong bij de Vlasmarkt. Petronella verklaart dat zij op 17 december 1798 bevallen is van van een zoontje waarvan de vader is Willem Swavels, een voerman en getrouwd man wonende onder Standdaarbuiten.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 582, fol. 157 {Img80}.
Op 18 december 1798 is gedoopt Wilhelmus onwettige zoon van Petronella van Gils. Getuigen: Joanna Christiaenen, mede namens Cornelius Swavels.
Op 4 april 1799 begeven schepenen zich naar Anna Cornelia van Zimmeren wonende binnen Roosendaal die verklaart dat zij op 24 maart 1799 is bevallen van een zoontje waarvan de vader is Cornelis van de Wijgaart wonende in Oudenbosch.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 582, fol. 168 {SDC13186}.
Op 24 maart 1799 is gedoopt Cornelius onwettige zoon van Anna Cornelia van Simmeren.
Getuigen: Cornelia van Simmeren mede namens Adrianus van Simmeren.
Op 7 mei 1800 begeven schepenen zich naar Anna van den Boom wonende te Nispen die verklaart dat zij op heden morgen circa half 8 is bevallen van een dochtertje waarvan de vader is Willem de Molenaar, commis der convoijen en licenten te Nispen.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 582, pag. 276 {Img142}.
Op 7 mei 1800 is te Nispen-Essen gedoopt Maria, onwettige dochter van Anna van den Boom, libera et filia Norberti van den Boom. Getuige: Anna Verheijen.
Op 14 januari 1801 meldt de vroedvrouw Anna Jelderda dat de ongehuwde Johanna Stuijts geboren te Wuustwezel is bevallen van een kind waarvan zij als vader genoemd heeft Cornelis Knipscheer, dit in aanwezigheid van Anna Bierings en Christoffelien van Oers.
WBA: Roosendaal en Nispen; Register van Resoluties.
Op 13 januari 1801 is gedoopt, sub conditione, Cornelius onwettige zoon van Joanna Stuijts, libera. Getuigen: Cornelius Stuijts en Cornelia Stuijts.
Op 30 oktober 1801 begeven schepenen zich naar Adriana Breugelmans wonende over de Hooge Brugge die verklaart dat zij op 18 oktober 1801 is bevallen van een dochter waarvan de vader is Cornelis de Beer, wonende te Roosendaal. Bij de akte zit een los briefje van de vroedvrouw Barendina Tulbach gedateerd 18 oktober 1801 waarin zij zegt dat Adriana Breugelmans als vader heeft genoemd Cornelus de Beer.
WBA; Roosendaal en Nispen, Amu583, pag. 38 {Img22}.
Op 18 oktober 1801 is gedoopt Maria, onwettige dochter van Adriana Breugelmans.
Getuigen: Henrica van der Schouten namens Joanna Breugelmans en Maria Breugelmans.
Later is, met een andere hand, in de doopakte de naam van de vader er bij geschreven met de opmerking legitimata per matrimonium contractum in januario 1802.
Op 18 januari 1802 meldt de vroedvrouw Anna Jelderda dat de ongehuwde Anna Stravens is bevallen van een kind waarvan zij als vader heeft genoemd Pieter Broumans dit in aanwezigheid van de vrouw van Matthijs Gers en de vrouw van Jan Marijnesse.
WBA: Roosendaal en Nispen; Register van Resoluties
Op 23 januari 1802 begeven schepenen en secretaris zich naar Anna Stravens, wonende in de Molenstraat, oud 23 jaar en nooit getrouwd geweest. Zij verklaart dat zij op 16 januari 1802 is bevallen van een zoontje waarvan de vader is Pieter Brouwmans die getrouwd is met Maria de Bode.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 583, pag. 52 {Img30}.
Als de drossaard de verklaring van Anna Stravens voorleest aan Pieter Brouwmans dan ontkent hij onder ede het vaderschap. Van met gemelde Anna Stravens nooit vleeschelijk conversatie gehad te hebben.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 84.
Op 16 januari 1802 is gedoopt Theodorus, onwettige zoon van Anna Stravens, libera. Getuigen: Cornelia Mol namens Cornelius Stravens en Elisabetha Stravens.
17 februari 1802
De vroedvrouw Anna Jelderda meldt dat de weduwe van Marijn van Gilst gisteren is bevallen van een kind waarvan zij als vader heeft genoemd Johannes Aerssen.
WBA; Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 89.
Op 16 februari 1802 is gedoopt Joannes, onwettige zoon van Cornelia Maes. Getuigen Anna Brouwers voor Marinus Maes en Adriana Maes.
31 maart 1802
De vroedvrouw Anna Jelderda meldt dat de ongehuwde dochter van de weduwe van Jan Arion gisteren is bevallen van een dochter waarvan de vader is Arnoldus de Bruijn.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 99.
Op 30 maart 1803 is gedoopt Anna, onwettige dochter van Anna Verschuren. Getuigen: Anna Verschuren mede namens Paulus de Vet.
12 mei 1802
De vrijheidsvroedvrouw Anna Jelderda meldt dat Catharina Roecken die geboren is te Essen, is bevallen van een dochter. Als vader heeft zij benoemd Lambert Gommeren wonende op Kalsdonk. Besloten wordt dat zodra dit kan zij wordt uitgewezen en niet mag terugkeren. Dit was al eerder gebeurd maar vier dagen later was zij weer teruggekeerd. Verder wordt de deken verzocht hiervan in het doopboek naast de akte een aantekening te maken.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 110-111.
Op 9 mei is gedoopt Cornelia, onwettige dochter van Catharina Roekken uit Essen. Getuigen: Dijmpna Roekken voor Wilhelmus Paes en Adriana Roekken.
Met in de marge de aantekening: hac proles casu hic nata est.
16 juni 1802
De vroedvrouw Barandina Tulbach meldt dat Anthonia de Bruijn weduwe van Adriaan de Groen op 28 mei 1802 is bevallen van een zoon maar de vader is onbekend omdat dat zij op den weg naar Vroenhout was aangedaan.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 122.
Op 18 juni 1802 begeven schepenen en secretaris zich naar Anthonia de Bruijn, weduwe van Adriaan de Groen wonende binnen Roosendaal die op 28 mei 1802 bevallen is van een zoontje waarvan de naam van de vader haar onbekend is. Verder verklaart zij dat toen zij op 15 of 16 september 1801 op weg was naar Vroenhout zij door een manspersoon met een bruine schansloper is aangedaan zonder dat zij diens naam of woonplaats kent.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 583, pag. 74 {Img41}.
Op 28 mei 1802 is gedoopt Adrianus, onwettige zoon van Antonia de Bruijn. Getuigen: Elisabeth Casteleijn voor Adrianus de Bruijn en Maria Boeren.
29 september 1802
De vroedvrouw Anna Jelderda meldt dat op 23 september 1802 de ongehuwde Pieternel Paulus is bevallen van een kind waarvan de vader is Reijnier Goette, soldaat in het leger van de Franse Republiek.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 162 en 163.
Op 23 september 1802 is gedoopt, sub conditione, Cornelia, onwettige dochter van Petronilla Pauwel. Getuigen: Wilhelmina Schoutet mede namens Lambertus van der Minnen
27 oktober 1802
De vroedvrouw B. Tulbach, weduwe Bos, meldt dat op 19 oktober 1802 ongetrouwde Hendrina Lips is bevallen van een zoon, waarvan de vader is Pieter Jacobus Weers die geboren is in de stad Goch.
WBA; Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 173.
Op 19 oktober 1802 is gedoopt Petrus Jacobus, onwettige zoon van Hendrina Leijse. Getuige: Petronilla Wouters voor Christophorus van Langdok en Cornelia van Langdok.
24 februari 1803
De vroedvrouw Anna Jelderda meldt dat op 21 februari 1803 de ongehuwde Maria Helmonts is bevallen van een meisje waarvan de vader is de ongehuwde Bart Smit.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu26, pag. 225.
Op 15 maart 1803 begeven schepenen zich naar Maria Hellemons wonende in de Molenstraat die verklaart dat zij op 21 februari 1803 bevallen is van een dochter waarvan de vader is Lambert Smits, wonende te Roosendaal.
WBA; Roosendaal en Nispen, Amu583, pag. 435 {Img224}.
Op 21 februari 1803 is gedoopt Barbara Helmonds onwettige dochter van Maria Helmonds. Getuigen: Cornelia van de Watermolen mede namens Marinus Helmonds.
Op 3 mei 1804
De vroedvrouw B. Tulbach meldt dat op 21 maart {controleren) 1804 Catharina Ribbens is verlost van een zoon waarvan de vader is Christiaan de Mooij.
WBA: Roosendaal en Nispen; Amu27, pag. 14.
Op 8 juni 1804 ontbieden schepenen Catharina Ribbens wonende te Roosendaal die verklaart dat zij op 21 maart 1804 is verlost van een zoon waarvan de vader is Christiaan de Mooij, geboren in Oudenbosch en wonende te Brussel.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 584, pag. 175 {Img90}.
Op 21 april 1804 is gedoopt Christianus onwettige zoon van Catharina Ribbens.
Getuigen: Joanna Kop namens Arnoldus Ribbens.
In de marge van de doopakte is met een andere hand later de volgende tekst bijgeschreven: Bij huwelijksakte van Christianus de Mooij en Catharina Ribbens op heden voor ons ondegetekende ambtenaar van de Burgerlijke Stand verleden, is het kind in de onderstaande doopakte voorkomende genaamd Christianus Ribben gewettigd. Rozendaal den dertigsten october achttienhonderdveertien. De burgemeester, ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Roosendaal.
Op 20 september 1804 begeven schepenen zich naar Janna Kop, die verklaart dat zij op 30 augustus 1804 is bevallen van een dcohtertje waarvan de vader is Jan van Oerle, geboren en wonende te Standdaarbuijten. Bij de akte zit een los briefje van de vroedvrouw Anna Jelderda gedateerd 30 augustus 1804 die zegt dat Janna Koep (sic) in het bijzijn van de vrouw van Cornelis van Santvliet en de vrouw van Willem Kriessels heeft verklaard dat Jan van Oerle uit Standdaarbuiten de vader is.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu584, pag. 191 {Img100}.
Op 30 augustus 1804 is gedoopt Henrica, onwettige dochter van Joanna Kop. Getuigen: Maria van Zitteren mede namens Adrianus Kop.
Op 15 maart 1806 ontbieden schepenen Cornelia van Dongen, wonende binnen Roosendaal en die de dochter is van Pietronella Wouters, weduwe van Cornelis van Dongen. Zij verklaart dat de vader van het zoontje waarvan zij op 16 januari 1806 bevallen is, is Augistinus van Oerst, geboren en wonende binnen Roosendaal.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 584, pag. 299 {Img207}.
Op 16 januari 1806 is gedoopt Cornelius onwettige zoon van Cornelia van Dongen.
Getuigen: Petronilla Hoijts mede namens Cornelius Franken.
21 januari 1807
De gemeentevroedvrouw Anna Jelderda meldt dat op 6 december 1806 de ongehuwd Gerardina van Riel, geboren en wonende te Roosendaal, is verlost van een dochter waarvan zij onder barensweeën heeft verklaard dat zij de vader van haar kind niet kent. Zij heeft dat verklaard onder allerhande voorwendsels toen zij door schepenen werd ondervraagd. Ondanks serieuze waarschuwingen heeft zij volhard in haar verklaring dat zij de vader niet kent. Men vermoedt dat zij dat doet om de vader van zijn straf te doen onttrekken. Dat betekent dat alzo de wet tegen hoererij en overspel geheel illuzoer word gemaakt. En dat daardoor het aantal hoerenkinderen zal toenemen. Er wordt overwogen dat het nodig is op te treden tegen de publieke hoererij van Gerardina. Overigens is Gerardina niet in staat enige geldboete te betalen. Na delibratie wordt goed gevonden dat Gerardina van Riel in civiele gijzeling zal worden genomen tot 26 januari en dat zij dan als voorbeeld voor anderen publiek te pronk en te spot zal gesteld worden met een bord papier boven haar hoofd waarop geschreven zal staan publieke straathoer die geen vader van haar hoerekind kend. Verder wordt bepaald dat indien zij nogmaals vervalt tot dergelijke slegtigheden dan zal zij in ‘slands werkhuis worden opgenomen.
WBA: Roosendaal en Nispen; Amu28, pag. 87-89.
Op 7 december 1806 is gedoopt Maria, onwettige dochter van Arnolda van Riel.
Getuigen: Anna Dirven mede namens Joanna Harsse
Op 4 maart 1807 wordt Josina Bajens, ongehuwde dochter en 20 jaar oud en wonende binnen Roosendaal door schepenen ontboden. Zij verklaart dat zij op 30 december 1807 is bevallen van een dochter waarvan de vader is Johannes Wouters, wonende te Kassel in de Meijerij van den Bosch.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMa 115, pag. 6 {Img6}.
Op 30 december 1806 is gedoopt Anna, onwettige dochter van Josina Baijings. Getuigen: Elisabeth Baijings voor Adrianus Baijings en Anna Brouwers.
Op 5 maart 1807 verschijnt juffrouw Cornelia Anthonetta van Sprang oud 22 jaar, thans wonende te Essen en dochter van de heer Cornelis Abraham van Sprang voor schepenen van Roosendaal. Zij verklaart dat zij op 15 januari 1807 is bevallen van een zoon waarvan de vader is Cornelis van Waveren, onlangs gewoond hebbende te Nispen en zoon van Corstiaan van Waveren commis der convoijen en licenten te Nispen.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMa 115, pag. 12 {Img9}.
De protestantse doopakte is te Nispen opgemaakt en luidt als volgt:
1807, den 13 februarij geboren te Esschen de 22e gedoopt alhier een zoon Johannes Philippus, v(ade)r Cornelis Abraham van Sprang, m(oede)r Antonetta Margareta de Groot. Zeggende echtelieden en leden van de Hervormde Gemeente van Middelburg te zijn en aldaar nog hun foxum domicilium te hebben doch thans te Essche zijnde.
Noot: Blijkbaar heeft Antonetta de Groot valselijk de namen van haar zelf en haar man opgegeven als zijnde de ouders van het kind Johannes Philippus! Blijkbaar hoopt men met deze valse doopakte de schande van een onwettig kind van hun dochter Cornelia Anthonetta te verdoezelen.
Op 23 juni 1807 begeven schepenen zich naar het huis Wijk C nr. 7 waar Pieternella van Gils woont. Zij verklaart dat de benoeming van de overleden Pieter Brouwmans als vader van het onecht kind waarvan zij op 9 juni 1807 verlost is onwaarachtig is. Die verklaring afgelegd in barensnood in aanwezigheid van de vroedvrouw Anne Jeldersda in bijzijn van getuigen is valsch en verdigt en en alleen op instignatie, instrigatie en persiatie van anderen afgelegt om daardoor de naam van de waare vader vn het kind te verbergen. Pieternella zegt berouw te willen tonen en een nadere verklaring te willen afleggen. Zij verklaart dat de vader van het zoontje is Denis Meesters wonende binnen Roosendaal die een vaste arbeider is bij de weduwe Mies. Verder legt zij uit dat in de laatstleden kermisweek en wel bijzonder op maandag den 8e september 1806 ‘s nachts van het huis van de weduwe Mies, bij wie zij als werkster geweest was, door Denis Meesters is thuisgebracht. Bij thuiskomst vroeg Denis of of haar zoontje (zijnde een jongetje van 8 jaar) thuis was. Daarop is Denis mee het huis nar binnengegaan, heeft de deur dichtgedaan en heeft toen van de gelegenheid gebruik gemaakt om Pieternella op haar bed te smijten en haar vleeschelijk te gebruijken. Verder verklaart zij dat naar eerste ongeval met Willem Swavels met niemand anders te doen of vleeschelijke conversatie gehad heeft als met Denis Meesters.
WBA; Roosendaal en Nispen, Ama 115, pag. 57-60 {Img36-38}.
Op 9 juni 1807 is gedoopt Petrus, onwettige zoon van Petronilla van Gils. Doopgetuigen: Jacoba Broumans en Gerardus van Steenpaal.
Op 7 oktober 1807 wordt Cornelia Hendrix, 25 jaar oud en wonende binnen Roosendaal door schepenen ontboden. Zij verklaart dat zij op 7 mei 1806 is verlost van een zoontje waarvan de vader is Pieter van Gils, meerderjarig jongman thans wonende te Steenbergen.
Tussen 2 en 7 juli 1806 is een niet gedateerde en niet ondertekende akte ingeschreven betreffende deze onwettige geboorte. In die akte wordt Pieter van Gils metselaarsknecht en geboren van Dongen genoemd.
Op 16 oktober 1807 wordt op verzoek van Cornelia Hendriks door Margo Dirven weduwe van Anthonie van den Aarsen, Maria Jacoba van den Aarsen oud 21 jaar en Jacoba van Geel gehuwd met Arnoldus van Overveld een verklaring afgelegd met betrekking tot Pieter en zijn vaderschap. Lees verder ….
WBA; Roosendaal en Nispen, AMu 584, pag. 335 {Img 226}. AMa 115, pag. 74 {Img45} en pag. 79-83 {Img47-49}.
Op 7 mei 1806 is gedoopt Marijnus, onwettige zoon van Cornelia Hendrikx. Getuigen: Joanna Maria Hendrikx mede namens Matthia Hendrikx.
Op 4 februari 1808 ontbieden schepenen Johanna Verschuuren, oud 35 jaar en wonende binnen Roosendaal die verklaart dat de vader van haar dochtertje waarvan zij op 29 december 1807 bevallen is Andries Maas.
WBA; Roosendaal en Nispen, AMa 115, pag. 109 {Img62}.
Op 29 december 1807 is gedoopt Petronella, onwettige dochter van Joanna Verschueren.
Getuigen: Christina Eversen namens Joanna Verhoeven en Maria Verschueren.
In de marge van de doopakte is met een andere hand geschreven: hac proles legitimata est per sub sequens matrimonium 21 februarii anni 1808.
Bij het wettig huwelijk (schepenbank 21 februari 1808) staat aangetekend: zijnde daarbij tegenwoordig het kind bij hun lieden reeds te voren verwekt genaamt Pieternella geboren den 29 december 1807.