18 juli 1647
Jan Jan Lauwen als voogd van Adriaen Marinissen Hootsmans, metten selven present, en Catelijne Marinus Hootsmans, begijn te Hoogstraten delen goederen. Kavel A: Adriaen Hootsmans, onder andere het huis en erf met schuur op de Kade op het einde van de Markt, getaxeerd op 1.500 gld. Kavel B: Catelijne Marinus Hootsmans.
WBA: roosendaal en Nispen; R249, fol. 43r-v {Img55-56}.
===
26 januari 1712
Dingena Hootsmans, geestelijke dochter wonende binnen Roosendaal, Adriaen Hootsmans, mr schoenmaker, Catharina Hootsmans, geestelijke dochter voor haar zelf en als lasthebber (procuratie van 12 januari 1708, notaris Philippus Jacobus Geerts te Lier) van Johannes Hootsmans als kinderen van Adriaen Marijnissen Hootsmanss en Anna de Ruijter en Barbara Adriaenssen Segers voor haar zelf en zich sterk makende voor haar broeder Jacobus Adriaenssen Segers en samen als erfgenamen Anna de Ruijter hun gezamnelijke noeder volgens akte van donatie intervivos van 25 januari 1708 (notaris Philippus Jacobus Geerts binnen Lier) vesten Laureijs Lambregtsen Nelst in
1) huis en erf op het einde van de Markt. O: huis en brouwerij van Adriaen Marijnissen Hootsmans, W: Anthonij Grimbergen, Z: ten dele de stoockput van de voornoemde brpouwerije en verders buijst-en plancken schutsel ’t eijnde de voorschreve erve staende een gedeelte der erve bij den cooper gecoght naervolgende (zie 2) en N: de Markt. Belast met een cijns van 3 gld 10 st aan de Armen van de Achterstraat. Met de opmerking dat sullende de voornoemde huijsinge ende erve noijt mogen genieten het gebruijck van de ganck leggende de huijsinge van heer Anselmus Segers en de kinderen van Jan Meeuwis van Geldorp.
2) een schuur en erf ten dele achter Anthonij Grimbergen en ten dele achter het erf van het voornoemde huis (zie 1). Hierna volgt een uitgebreide beschrijving van de perceelgrenzen met verwijzing naar een kaart.
Koopconditie: 7 januari 1712. Er moet 2£ schot van de brouwerij worden afgetrokken,
WBA: Roosendaal en Nispen; R337, fol. 8v-10v {Img17-19}.
===
9 augustus 1713
Catharina Hootsmans, geestelijke dochter, voor haar zelf en zich sterk makende voor haar absente broeder Johannes Hootsmans, pastor van Vredenburgh binnen Lier; Dingena Hootsmans, geestelijke dochter wonende te Roosendaal; Adriaen Hootsmans, mr schoenmaker; kinderen van Adriaen Marijnissen Hootsmans en Anna de Ruijter; en Barbara Adriaen Segers X Aernout Nelst voor haar zelf en vor haar absente broeder Jacobus Adriaensen Segers kindeen van Adriaen Segers en de voornoemde Anna de Ruijter hun gezamenlijke moeder volgens akte van donatie inter vivos van 25 januari 1708 (notaris Philippus Jacobus Geerts te Lier) en geregistreerd te Roosendaal op 26 januari 1712 voor schepenen, delen de goederen als volgt:
Catharina, Johannes en Dingena Adriaensen Hootsmans: onder andere een huis, hof en erf genaamd de Kleijne Katte op de Vlasmarkt en een huis, hof en erf op het einde van de Markt. O: de erfgenamen van Jan Adriaensen de Ruijter, W: Laureijs Nelst, Z: ‘sherenwaterloop en N: ‘sherenstraat. onder de verplichting alle lastige schulden van de boedel van Anna de Ruijter uit eerste en tweede huwelijk te betalen. Adriaan Hootsmans ontvangt 2.000 gld waarvan hij reeds 1.700 gld ontvangen heeft als over zes jaar huishuur van het het huis op het einde van de Markt waarin hij woont en waarin hij zijn leven lang mag blijven wonen zonder huur te hoeven betalen. Barbara Adriaensen Zegers X Aernout Nelst ontvangt 1.000 gld die reeds betaald is en Jacobus Adriaensen Segers een perceel bosland onder Oud Gastel plus 600 gld.
WBA: Roosendaal en Nispen; R384, fol. 84r-86r {Img 87-89}.
===
6 april 1747
Johan Hootsmans in eigen naam en als lasthebber (procuratie van 4 oktober 1746 voor schepen van Idegem) van zijn zuster Dingena Hootsmans X Stanus Kesselaars, schout van Idegem en als voogd van de kinderen van zijn broeder Adriaan Hootsmans, en volgens akte van authorisatie van 7 september 1746 van de Souvereine Raad-en Leenhof van Brabant en de Lande van Overmaze en ook nog als voogd over Adriaan Rombouts de Vlieger volgens testament van Johanna Zegers, weduwe van Laureijs Nelst voor de ene helft en Maria Cuijpers X Antonij de Backer voor de wederhelft vesten Anthonij Verbosch in een huis, hof en erf aan de zuidzijde van de Markt gekomen van Johanna Zegers weduwe van Laurijs Nelst. Belast met een rente van 3 gld 10 st aan de Armen van de Achterstraat. Koopcontract: 3 maart 1747. Koopsom: 1.540 gld.
WBA: Roosendaal en Nispen; R 337, ongefolieerd {Img14-15}.
===
30 april 1762
Johannes verbosch als beneficiair erfgenaam van zijn vader Anthonij Verbosch en als toeziende voogd van Ferdinandus en Johanna Verbosch minderjarige kinderen van voorschreven Anthonij Verbosch; Jospeh de Bakker als gelaste van Jan Cluijt, koopman wonende te Dordrecht die testamentaire voogd is van gemelde twee kinderen Ferdinandus en Johanna Verbosch vesten Maria Catharina Hermans, weduwe van Laurens Solvijns wonende te Antwerpen in wiens naam compareerde Cornelis Hartogh in een huis, schuur, hof en erf op de zuidzijde van de Markt. Schotboek fol. 62. Belast met 3 gld 10 st ten behoeve van de Armen van de Achterstraat. Koopcontract: 5 april 762. Koopsom: 1.1209 10 st.
WBA: Roosendaal en Nispen; R339, ongefolieerd {Img205}.
===
28 januari 1804
Petrus van Vught als lasthebber (onderhandse procuratie van 12 oktober 1803) van Maria Verbos X Johannes Hootsmans vest Martinus Crane in een huis bestaande uit voorhuis, voorkelderkamer, keuken, achterkeuken, achterkamer en schuur met hof en erf en een rijgang oostwaarts daaraan op de zuidzijde van de Markt. O: Melchior Verbraaken, W: Engelbert Verbraaken, Z: de waterloop en N: de Markt. Dit volgens publieke verkoop van 2 en 16 januari 1804. Belast met een rente van 2 gld {16} st aan de Armen van de Achterstraat. En 1 gld 2 st aan de erven van de erven du Toij. Koopsom: 2.280 gld.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu568, pag. 9-11 {Img6-7}.
===
12 april 1804
Gabriel Corthals, schepen in wette, als lasthebber van Jan Francis Hootsmans X Maria Verbosch, dochter en enige erfgename van Johannes Verbosch volgens testament van 7 februari 1804 (notaris S. Bosschart) vest Martinus Craane in een pak-of werkhuis en de schuur van de door de koper onlangs door de koper gekocht. Koopcontact: 12 april 1804. Koopsom: 680 gld.
WBA: Roosendaal en Nispen; AMu568, pag. 32-33 {Img18}.
===
12 januari 1856
Op verzoek van Maria Elisabeth van Hout, particuliere en weduwe van Martinus Cranen, met wie zij in gemeenschap van goederen getrouwd is te Ginneken in het jaar 1799 in eigen naam en uit hoofde van gemeenschap van haar echtgenoot die op 8 maart 1854 te Roosendaal ab intestato overleden en daarna in het bezit van de boedel gebleven is, vind een boedelbeschrijving plaats in bijwezen van 1) Johanna van Beckhoven, weduwe van Franciscus Cranen, goud-en zilversmids affaire doende en erfgename van genoemde Franciscus Cranen volgens testament van 22 september 1855 (notaris P. van Vught), 2) Petrus Fraciscus Cranen, horlogiemaker in eigen naam en als curator over het nog ongeboren kind van Johanna van Beckhoven, 3) Josephus Cranen, leerlooier en zadelmaker wonende te Etten en als voogd over de onmondige Petrus Josephus Cranen verwekt bij voormelde overleden Franciscus Cranen en zijn vooroverleden huisvrouw Maria Adriana van der Heijde, 4) Cornelia Cranen, geassisteerd door Ferdinandus Engelen, verver. Zij allen als erfgenamenvan Martinus Cranen. En 5) in bijwezen van Josephus Boghout, bakker als toeziende voogd over gemelde Petrus Josephus Cranen. Eerst volgt de beschrijving van de roerende goederen die gewaardeerd worden door Christoffel Poppelaars, winkelier en Johannes Engelen, timmerman en Johannes Suijkerbuijk, timmerman. Bij de onroerende goederen (eerste koop): een huis, schuur, erf en moestuin. Kadastraal L710 en L711; en drie huisjes of woningen aan elkanderen, kadastraal L712, 713 en 714. Samen getaxeerd op 3.500 gld.
Bij de papieren: een kopie van de publieke verkoop van het voorschreven huis en erf van 16 januari 1804.
Een kopie koopcontract van de drie huisjes of woningen te voren bakhuis van 28 februari 1804.
Een kopie van de 1e koop van 3 maart 1747.
De staat van de boedel verschilt niet van de boedel zoals die was bij het overlijden haar echtgenoot.
WBA: Roosendaal en Nispen; notaris P. van Vught, n-II-2520-8 {Img21-25}.
===
23 december 1861 en 7 januari 1862
Casparus Roxenus Fercken, koopman, als lasthebber van Josephus Cranen, leerlooier en zadelmaker te Etten en voogd van de minderjarige Petrus Josephus Cranen dat een kind is uit het eerste huwelijk van wijlen Frnciscus Cranen en wijlen Maria Adriana van der Heijde (dit volgens testament van 22 september 1855); Petrus Franciscus Cranen, horlogiemaker en goud-en zilver kasthouder in eigen naam en als toeziende voogd over de minderjarige Franciscus Johannes Maria Cranen, kind uit het tweede huwelijk van Franciscus Cranen en Johanna van Beckhoven, destijds ongeboren kind, nu minderjarig; Cornelia Cranen, particuliere X Ferdinandus Engelen, mr verwer en glazenmaker; Eduard Victor van Tomputte, kandidaat notaris, als lasthebber van Johanna van Beckhoven, weduwe van Franciscus Cranen, goud-en zilver kasthouder in eigen naam en als moeder en voogdes van haar minderjarig kind Franciscus Johannes Maria Cranen; Josephus Boghout als toeziende voogd over de minderjarige Petrus Josephus Cranen laten publiek verkopen de onroerende goederen van Maria Elisabeth van Hout. Bij de onroerende goederen: een huis en schuur benevens vijf achterwoningen, tuin en erf met de rijgang aan de oostzijde aan de zuidzijde van de Markt A77, kadastraal L710, 711, 712, 713 en 714. Koper: Guillelmus Peeters, secretaris van de gemeente Roosendaal ten behoeve van Rosalia Johanna Adriana Beels, rentenierster.
WBA: Roosendaal; notaris H.A.A. Wenning, n-II-197 (1861) en 2 (1862) {Img435-437}.
Schotboek
OS51r {Img85}
Modo Johannes, Dimphna en Catharina Hootsmans bij deling van 9 augustus 1713
Adriaan Marijnissen Hootsmans hier nevens uit sijnen vader Mar. Hootsmans bij deling voor schepenen van 18 juli 1647 een huis en erf op het einde van de Markt op 17£
Habet Laureijs Nelst hier uit een schuur en erf bij {veste} van 26 januari 1712
===
JS68r {Img108}
Laureijs Lambregtsen Nelst uit Adriaen Marijnisse Hootsmans fol. 51 bij veste van 26 januari 1712 een huis, hof en erf op het einde van de Markt te vorens gekomen van Jacob Janse Huijgens op 14£
En een schuur en erf bij veste van 26 januari 1712 alsoo die van het huis en brouwerij is afgenomen op 2£
Habet Jan Hootsmans c.s. en Ant. de Backer nomine uxoris bij deling van 22 oktober 1746
Habet Ant. Verbos vide fol. 62
===
JS62r {Img102}
Modo Maria Catharina Hermans weduwe Laurens Solvijn bij veste van 30 april 1762
Martinus Crane bij twee vesten van 28 januari en 12 april 1804 pag. 9 en 32.
Antonij Verbos, mr hoedenmaker, uit {…} Hootsmans c.s. fol. 68 bij veste van 6 april 1747 een huis, hof en erf op het einde van de Markt op 14£
en een schuur en erf daar annex op 2£