huis Bo86&n181

11 december 1708
Maria, Cornelis en Adriaan de Jongh, kinderen van Wouter Niclaessen de Jongh vesten Jacob Willemsen de Jongh in een huis, hof en erf op de noordzijde van de Molenstraat. O: de weduwe van Dingeman Sgrauwen, W: huis en erf van Cornelia Pijpers, Z: ‘sherenstraat en N: de hoveniershof. Koopcontract: 20 september 1708. Koopsom: 1.200 gld. Met schuldbrief.

WBA: Roosendaal en Nispen; R307, fol. 70r {Img71}.

===

7 maart 1720
Procureur Aernout van Zevender bij veste van executie van de goederen van Jacob Willemsen de Jongh vest Albertus Willemsen de Jongh in een huis, hof en erf op de noordzijde van de Molenstraat. O: de erfgenamen van Dingeman Sgrauwen, Z: ‘sherenstraat, W: de erfgenamenvan David Pijpers en N: de hoveniershof van Cornelis Mangelaer. Volgens akte van 23 november 1719. Koopsom: 450 gld,

WBA: Roosendaal en Nispen; R319, fol. 24v-25v {Img31-32}.

===

7 juni 1728
Albertus Willemsen de Jongh vest bij vernadering zijn broeder Jacob Willemsen de Jongh in een huis,, hof en erf op de noordzijde van de Molenstraat. O: Jan Nellen, W: Cornelia David Pijpers, Z: de Molenstraat en N: de hoveniershof van de weduwe van Cornelis Mangelaer. Koopcontract: 4 juni 1728. Koopsom: 300 gld.

WBA: Roosendaal en Nispen; R327, fol. 59r {Img63}.

===

5 september 1828
Johannes Paassen X Cornelia Bartelen, eerst weduwe van Cornelis Maas; Johannes Maas, landbouwlieden lenen 250 gld. van notaris P. van Vught. Onderpand: onder andere: een huis, schuur, hof en erf aan de noordzijde van de Molenstraat. O: Catharina Snelders X Hendrik Stoks, Z: de straat, W: Leonaard de Bruijn en N: Pieter Vreugde.

WBA: Roosendaal; notaris W. van Welij, N7066-6 {Img261-263}.

===

3 augustus 1843
Op verzoek van Johannes Maas wordt een inventaris opgesteld van de nalatenschap van Cornelia Bartelen, eerst weduwe van Cornelis Maas en laatst van Johannes Paassen, dit in tegenwoordigheid van 1) voornoemde Johannes Maas, 2) Anthonie Jongeneelen X Cornelia Paassen, 3) Christoffel de Bruijn, koopman, a) als voogd over Johanna Paassen, enig nagelaten kind van wijle Johann Paassen, b) als gemachtigde (onderhandse akte van 22 maart 1843) van Petrus Paassen, militaire smid in dienst van het garnizoen te Amersfoort, als gemachtigde (onderhandse akte van 23 maart 1843) van Petrus van Reusel, militaire kleermaker in garnizoen te Deventer en van Anthonie Bartelen, landbouwer als toeziende voogd over de minderjarige Johanna Paassen. Samen de enig nagelaten kinderen en kindskind van Cornelia Bartelen en haar vooroverleden mannen Cornelis Maas en Johannes Paassen. Bij de onroerende goederen:: een huis, schuur met 5R 70E erf aan de noordzijde van de Molenstraat. Kadastraal L 187 en door de overledene gedeeltelijk bewoond.

WBA: Roosendaal; notaris P. van Vught, n-II-2506-189 {Img148-158}.


Schotboek

JS143v {Img209}

Modo Anna van Wesel weduwe van Jacobus Poppelaars bij testament van 10 maart 1750, notaris L. Sanderus

Modo Jacobus Poppelaers bij veste in dato … {sic}

Modo de kinderen van Jacobus Willemsen de Jongh

Modo Jacob Willemsen de Jongh bij veste van 7 juni 1728

Modo Albertus Willems de Jongh bij veste van 7 maart 1720

Jacob Willemsen de Jongh uit Wouter Claessen de Jongh fol. 153 bij veste van 11 december 1708 een huis, hof en erf op de noordzijde van de Molenstraat op 10£

Habet Cornelis Maas bij onderlinge deling met zijn dochter Anna Maas dato 1786 overgezet NCMo.

===

NCMo14 {Img69}

Cornelia Bartelen, weduwe van Cornelis Maas voor haar zelf en als moeder en voogdesse van haar kinderen bij onderlinge deling van 24 juli 1795 met Leendert de Bruijn X Anna Maas

Cornelis Maas uit zijn schoonmoeder Anna van Wesel in leven weduwe van Jacobus Poppelaar fol. 143v en 416 bij onderlinge deling van 2 maart 1786 met zijn dochter Anna Maas een huis, schuur, hof en erf aan de noordzijde van de Molenstraat op 10£