4 oktober 1574
Het huis ’t Gulden Hoeft wordt genoemd met de volgende belendingen: N: ‘sherenstraat, O: Pieter Willeboords, Z: de loop en W: Cornelis Jacobsen
WBA: Roosendaal en Nispen; R211, fol. 53v {Img…}.
==
25 januari 1794
Engelbert Verbraaken vest zijn zoon Melchior Verbraaken in een huis, hof en erf genaamd den Gulden Kop aan de zuidzijde op het eind van de Markt. Schotboek fol. 124. De transportant aangekomen bij veste van 4 april 1791. Belast met een cijns van 2 gld 16 st per jaar aan Maria Boeren.
WBA: Roosendaal en Nispen; R346, ongefolieerd {Img55}.
===
31 januari 1794
Melchior Verbraaken X Amelberga Philips zijn 3.000 gld schuldig aan hun (stief)vader Engelbert Verbraaken vanwege geleend geld en vanwege transport van 25 januari 1794 van een huis, hof en erf op het einde van de Markt. In de marge: alles betaald per 6 augustus 1801.
WBA: Roosendaal,; notaris J. Fercken, n…-5 {Img9-10}.
===
5 april 1813
Erfmangeling tussen Josephus Mertens, molenaar wonende te Roosendaal en Melchior Verbraaken, bakker wonende te Roosendaal.
Josephus Mertens transporteert aan Melchior Verbraaken een huis, schuur, hof en erf in de Molenstraat B93. O: Maria Gommeren, N: Pieter Vreugden, W: de Armen en N: de straat. Geen nadere omschrijving omdat Verbraaken het huis goed kent. Dithuis is Josephus Mertens aangekomen bij koop van Hendrik Rubert volgens koopakte van 20 januari 1813 voor notaris J.B. Backx. Het huis is niet verhuurd maar wel belast met een cijns van 2 gld 16 st/jr aan Maria Boeren.
Melchior Verbraaken transporteert aan Josephus Mertens een huis, hof en erf genaamd den Gulden Kop op het einde van de Markt A65. O: Seijke Wijnoxbergen, W: Martien Kranen, Z: de weide van Lambert Segers en N: de straat. Niet inbegrepen bij de koop: de oven staande in de bakkerij en de winkelbank en toebehoren in de winkel. Melchior Verbraaken is het huis aangekomen van zijn vader, bij koopcontract van 25 januari 1794. Het huis is niet verhuurd.
WBA; Roosendaal en Nispen; notaris J.B. Backx, N6935-29 {Img78-80].
===
21 januari 1835
1) Lucas Adrianus Mertens, korenmolenaar; 2) Louis Joseph Schoonheijt, klerk en gehuwd met Adriana Mertens, 3) Willem de Haan, koopman wonende te Breda als voogd over Petrus en Josephine Mertens, 4) Antonij Mertens als toeziende voogd over. Allen kinderen van wijlen Josephus Mertens (overleden 7 september 1813) en Petronella Paulina van Olphen (overleden 5 april 1829) delen de goederen dat zijn: a) huis, schuur, hof en erf aan de zuidzijde van de Grote Markt, kadastraal L708 en 709.
Schotboek
NCMa(2), 3r {Img4}
Marinus van Weel uit zijn gemeen schot bij onderlinge deling van 13 mei 1789 een huis, hof en erf genaamd den Vergulden Kop op het einde van de Markt aan de Kade op 15£
Habet Engelbert Verbraaken bij veste van 4 april 1791 overgezet fol. 124.
===
JS124r {Img165}
Josephus Mertens bij erfmangeling van 5 april 1813 (notaris J.B. Backx)
Modo Melchior Verbraaken bij transport van van 25 januari 1794
Engelbertus Verbraaken uit Marinus van Weel NCMa2 bij veste van 4 april 1791 een huis, hof en erf genaamd den Gulden Kop op het einde van de Markt op 15£
A65