Inwoners van de Langendijk onder Roosendaal en Wouw
1 november 1656
Soetken Hendricx, weduwe van Jan Cornelissen Gast en Lambrecht Cornelissen Garst als voogd en Anthonie Piersen als toeziener van de vijf weeskinderen van Jan Cornelissen Gast verwekt bij Soetken Hendricx tonen het staatje van goederen aan schepen. Na examinatie van het staatje van de geringe middelen die alleen bestaan uit 500R land met een hutken daerop getimmert op de Langendijk met daarin weinig en geringe meubelen, linnen en beddekens die niet meer waard zijn dan 50 gld. waardoor Soetken zich nauwelijks kan genereren wordt een akkoord gesloten. Soetken behoud de meubeltjes en ontvangt van Lambrecht Cornelissen Gast 20 kgld. waarmee het jongste van de vijf kinderen genaamd Joos Jassen Gast geallimenteerd wordt. Soetkens moeder Digna Joos Fransen die op Kalsdonk woont neemt het oudste dochtertje genaamd Tanneken dat reeds bij haar woont onder haar hoede. Lambregt Cornelissen Gast zal de andere drie kinderen alimneteren tot dat ze voor zelf kunnen zorgen. Hiervoor krijgt hij de 500R land met het keetken waarvoor Soetken de 20 gld heeft ontvangen.
WBA: Roosendaal en Nispen; R257, fol. 75r-v {Img84-85}.
Op 8 april 1689 leggen Jan Janssen van de Brant (60 jaar) en Sijmon Jans Clerq (65 jaar) op verzoek van Andries Geerts een verklaring af betreffende zijn afstamming. Zij verklaren dat Andries Geerts de egte soon is van Andries Geert Gijsbregts van Vugt in eerste huwelijk verwekt bij ene Janneken (familienaam niet vermeld). Verder verklaren zij dat Andries Geert Gijsbregts van Vugt heeft gewoond op de Langendijk onder Roosendaal, als ook in andere wijken onder Roosendaal. Deze Andries Geert Gijsbregts van Vugt is in derde huwelijk getrouwd geweest met de zuster van Jan Janssen van den Brant. Jan Janssen van den Brant, heeft de vader van de requirant (=verzoeker) vaak horen zeggen dat hij een zoon was van eerste bedde.
WBA, Roosendaal en Nispen, R361, fol. 30v-31r