Joos Adriaensen van Son overleden door een steek in de borst, hem toegebracht door een dief
Op 9 februari 1700 op verzoek van de substituut schout begeven schepenen zich naar de Hoge Brug ten huize van Adriaen Janssen van Son. Ze hebben daar het dode lichaam aangetroffen van diens zoon Joos Adriaensen van Son. Door de chirurgijns Willem Martinet Lataelje en Marijn van Breugel in bijzijn van de med. dr. Christiaen Swaens is het lichaam geopend en men constateert dat hij door een steek onder de linkerborst is overleden.
WBA; Roosendaal en Nispen, R372, fol. 61v.
Op 10 februari 1700 legt op verzoek van de schout Bartholomeus Wijnants, 29 à 30 jaar oud een verklaring af. Hij verklaart dat hij op voorleden zondag tegens de duijster staande in zijn huis over de Hoge Brug naast het huis van zijn schoonvader Adriaen van Son, over de deure was leggende zijn zwager Joos Adriaenssen van Son. Toen zijn schoonmoeder uit het huis kwam heeft hij haar tegen Joos horen zeggen jongen hebt gij daer niemant uijt ons huijs voor uijt de kamer met eenigh lijnwaet sien loopen. Joos antwoordde jae ik heb daer imant tot Jacob in sien loopen. Zijn schoonmoeder is toen naar het huis van Jacob Tavernier gegaan, zijn zwager Joos en hijzelf zijn haar gevolgd. Daar aangekomen in de keuken zag zijn schoonmoeder Jan Pietersen Steenbackers die een wit hemd bij zich had. Zijn schoonmoeder heeft tegen Steenbackers gezegd wel gij vleugh oof vuijlick wat doet gij daer met mijn hemt comt geeft het mij wederom of iets dergelijks.Steenbackers is toen met het hemd langs achteren weggelopen en hij (Bartholomeus) is met zijn zwager Joos hem achtervolgd tot over de akker van Cornelis Mies tot in de huisakker van Cornelis Christiaensen Verbeeck en dat daar achter de biestalle naast de heg en dat zijn zwager Joos die voor hem uitliep gestruikeld is. Op een afstand van een roede heeft heeft hij gezien dat Steenbackers op het lichaam van Joos is gevallen en gezien heeft dat toen Steenbackers weer opstond hij een mes in zijn hand had. Joos zei swager ick ben gesteecken, ick heb genoegh. Steenbackers is, nadat hij was opgestaan met het mes in de hand onder het uiten van dreigementen naar hem toegelopen. Hij heeft Steenbackers tegen de arm gestoten die het mes liet vallen en is weggelopen. Joos heeft het mes opgeraapt en is naar huis gegaan.
WBA; Roosendaal en Nispen, R372, fol. 63v-64r.