Moord en doodslag te Roosendaal en Nispen
Tot ver in de eerste helft van de 17e eeuw was het niet vanzelfsprekend dat een verdachte van moord of doodslag werd berecht. Het was ook mogelijk dat de families van dader en slachtoffer zich met elkaar verzoenden. Daartoe kon een zoenakte worden opgesteld. Hier een aantal van dergelijke akten uit Roosendaal en Nispen.
1 januari 1636
Jan Jansen van Bael alias Jan Bernouts heeft 7 à 8 jaar geleden per ongeluck Govert Hermansen met een mes gestoken die aan de wond is overleden. Er wordt een zoenakte opgesteld. De nabestaanden van het slachtoffer, zijn de zonen Herman (24 jr) en Govert (22 jr). Zij vergeven en pardonneren, uit de grond van hun hart en uit liefde voor God, de dader. En zij beloven de dader nooit te zullen molesteren op voorwaarde dat Jan Jansen belooft te betalen aan Herman en Goort het bedrag van 97 Rgld. Dit in twee termijnen.
WBA: Roosendaal en Nispen; R242, fol. 1r {Img6}.
18 maart 1638
Domus Adriaensen Coninck heeft een half jaar geleden uit zelfverdediging (tot verweeringe ende bescherminge sijns lijff) Pieter Joossen van Geldrop gekwetst waardoor die een wond opliep waaraan hij overleden is. Er wordt een zoenakte opgesteld. Namens het slachtoffer compareren 1) Maijken Henricx, de moeder van de overledene, geassisteerd door Jan Cornelissen van Ceulen haar man, 2) Cornelis Cornelissen Claessen getrouwd met Josijntken Joossen, de zuster van de overledene 3) Willem Janssen Moerman die zich sterk maakt voor zijn zwager Niclaes Boomans die getrouwd is met Maijken Joossen die ook een zuster is van de overledene. Zij samen vergeven en pardonneren, uit de grond van hun hart en uit liefde voor God, de dader. En zij zullen de dader nooit molesteren of questie (ruzie) met hem maken. De dader dient binnen een jaar aan Maijken, Cornelis en Claes 225 Rgld te betalen. Van die 225 gld zal Maijken 125 gld ontvangen waarvan zij de doctoren, meesterloon en alle andere grote kosten zoals de uitvaart en begrafenis zal moeten betalen. De resterende 100 gld zal gedeeld worden tussen Cornelis Cornelissen Claes en Nicolaes Boomans. Verder dient de dader 6 Rgld aan de armen van Roosendaal en Rucphen te betalen. En ook dient hij nog het gelag te betalen dat genoten is bij het maken van de zoenakte. En vervolgens nog dient hij op Goede Vrijdag een wassen kaars te ontsteken in de kerk van Roosendaal.
WBA: Roosendaal en Nispen; R243, fol. 20r-v {Img28-29}.
29 augustus 1639
Schepenen gaan akkoord met het verzoek van de schout jonker Hendrick van Sevender om te apprehenderen en om klokke 6 uur te dagen de persoon van advocaat mr Francois de Witte, voorvluchtich ende fugitijff wesende. Dit vanwege de manslag en nederslage van Adriaen Marinissen Ram. Hij werd gevisiteerd op 17 augustus 1639 en binnen gekomen bericht per post 28 augustus 1639.
WBA: Roosendaal en Nispen; R243, fol. 67v {Img170}.
Adrianus Marinussen Ram is begraven te Roosendaal op 29 augustus 1639; hij is dus blijkbaar pas later aan zijn verwondingen overleden.