Testamenten

Testamenten van inwoners van de Langendijk


Op 4 januari 1616 wordt het mutueel testament gepasseerd van de testateurs Jan Cornelissen Venecom en zijn echtgenote Maria Nouts, wonende op Steenpaal onder de parochie Nispen.

  • Zij bevelen hun dood lichaam aan op de gewijde aarde en hun ziel aan God en diens moeder Maria in de hemelse gezelschappen.
  • Zij benoemen elkaar tot erfgenaam met het recht de aangekomen goederen te verkopen, etc.

Getuigen: pastoor Wouter Jansen van Tilborch, de heer Mathijs (zijn broeder), Nout Jansen Loncke en Cornelis Franssen Luijsterborch.

WBA; Roosendaal, notaris …..


Op 27 april 1709 wordt het mutueel testament gepasseerd, ten woonhuize van de testateurs Marijnis Daniels Boeren, landman wonende op de Langendijk onder Wouw en zijn echtgenote Margriet Dielissen de Wael de laatste sieckelijk te bedde leggende.

  • Zij bevelen hun zie aan in de handen van genadigde Gods.
  • De testateurs verklaren uijt eene opregte liefde die sij tot malkanderen zijn hebende den anderen reciproquelijck, dat is over en wederover, namentlijk de eerststervende de langstlevende van hun beijde te maken in vollen en reelen eijgendom alle de goederen en effecten van wat nature off benaeming die souden mogen wesen, onder de last de dood-of andere schulden van de boedel te betalen, de na te laten kinderen te onderhouden, alimenteren in eten, drank, cleeden en reeden, sieck ende gesont  hen te leren lezen en schrijven, ambacht of andere exercitie waertoe sij bequaem sullen worden bevonden worden tot de leeftijd van 18 jaar. Als er dan nog ongehuwde kinderen zijn zal aan hen 100 gld moeten worden uitgereikt. Hierna volgt een beschrijving hoe een en ander verrekend moet worden.
  • De testateurs stellen elkaar aan tot voogd/voogdesse over de na te laten kinderen en kindskinderen met de macht om de voogdij over te dragen aan hun zonen Willem, Cornelis of  Jan gezamenlijk of ieder afzonderlijk, met uitsluiting van de weesmeesters.

Getuigen: Aert Janssen Meesters en Anthonij Faessen van Osta, beiden wonende op de Langendijk onder Wouw.

WBA; Roosendaal, notaris H. van Pelt, N6730-83.


Op 19 september 1729 wordt een mutueel testament opgesteld ten woonhuize van de testateurs Rommen Cornelis Rommens, ziek te bed liggende en zijn echtgenote Maria Jacobse de Wael, wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • De testateurs benoemen elkaar tot erfgenaam onder de voorwaarde hun kinderen te alimenteren tot de leeftijd van 18 jaar en aan hun uit te reiken 200 gld  als vaderlijke of moederlijke successie.
  • Indien de langstlevende hertrouwt dan moet hij of zij aan hen, of aan hun nakomelingen bij representatie, de helft van alle goederen (na aftrek van de schulden) doen toekomen, waarbij de alimentatie stopt. Echter indien sommig kinderende vaderlijke of moederlijke successie al ontvangen hebben dan dient dat bedrag in de gemeenschappelijke boedel te worden ingebracht.
  • De testateurs stellen elkaar aan tot voogd/voogdesse over de na te laten kinderen met recht een substituut voogd aan te stellen, dit met uitsluiting van de weeskamer.

Getuigen: Huijbregt van Gils, vorster van de Langendijk en Jan Anthonissen Gommers, wonende op Visdonk onder Roosendaal.

WBA; Roosendaal, notaris H. van Pelt, N6735-41.


Op 3 maart 1733 wordt een mutueel testament opgesteld ten woonhuize van de testateurs Corstiaen Niclaessen Raets en zijn echtgenote Janneken Cornelissen Maes, siek te bedde leggende, wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • De testateurs benoemen elkaar tot universeel erfgenaam onder voorwaarde aan de kinderen de vaderlijke of moederlijke successie uit te keren dan wel een bedrag van 30 gld en bij het bereiken van de leeftijd van 20 jaar een bedrag van 100 gld.
  • De testateurs stellen elkaar aan tot voogd/voogdesse over de na te laten kinderen met recht een substituut voogd aan te stellen, dit met uitsluiting van de weeskamer.

 Getuigen: Aernout Jansse van Gastel en Cornelis Adriaense Sips, beiden wonende op de Langendijk.

WBA; Roosendaal, notaris L. Sanderus, N6762-95. 


Op 9 maart 1733 compareerden Corstiaen Niclaessen Raets en zijn echtgenote Janneken Cornelissen Maes, siek te bedde leggende wonende op de Langendijk onder Wouw en bevestigen dat zij verklaren te persisteren bij het testament van 3 maart 1733 maar dat indien de langstlevende gaat hertrouwen er een staat en inventaris moet worden opgemaakt en dat als deelvoogd Huijbregt Maes moet worden aangesteld.

Getuigen: Cornelis Adriaense Sips en Aernout Jansse van Gastel, beiden landluiden op de Langendijk.

GAR; Roosendaal, notaris L. Sanderus, N6762-96


Op 18 januari 1740 wordt een mutueel testament opgesteld voor Aernout van Gastel en zijn echtgenote Janneken Marijnisse Boeren, wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • De testateurs stellen elkaar over en weder de langstlevende aan tot erfgenaam  onder voorwaarde dat de langstlevende de dood-en andere schulden moet betalen en de kinderen moet alimenteren. De kinderen moet bij het bereiken van leeftijd van achttien jaar een bedrag moeten uitkeren van  50 gld.
  • Bij een tweede huwelijk van de langstlevende moet er een boedelstaat gemaakt worden en moet de helft daarvan aan de kinderen toebedeeld worden.
  • De testateurs stellen elkaar aan tot voogd/voogdesse over de kinderen met uitsluiting van de weeskamer en met het recht om een substituut voogd te mogen aanstellen. Bij het overlijden van de langstlevende  gaat de voogdij over op hun oudste zoon Johan van Gastel en bij diens overlijden op de oudste zoon van de andere van hun zonen.
  • Getuigen: Adriaen Rogiers en Jan Jansse Moerincx, beiden inwoners van Roosendaal.

WBA; Roosendaal, notaris L. Sanderus, N6763-210.


Op 10 januari 1742 wordt een mutueel testament opgesteld voor de gebroeders Cornelis en Dielis Marijnissen Boeren, bij elkander wonende op de Langendijk onder Wouw. Cornelis ziek te bed liggende.

  • De testateurs benoemen elkaar over en weder de langstlevende tot erfgenaam.
  • Na overlijden van de langstlevende devolueren de goederen ab intestastato op diens erfgenamen zonder dat een boedelstaat hoeft te worden opgemaakt.
  • Echter indien de langstlevende zou trouwen en kind of kinderen zou nalaten dan zullen de goederen volgens rechtswegen moeten worden gedeeld. Maar indien de langstlevende na huwelijk geen kinderen nalaat dan zullen de onroerende goederen door de voorschreven erfgenamen worden gedeeld maar de roerende goederen staan ter eigen beschikking.
  • De testateurs stellen hun broer Willem Marijnissen Boeren, koopbrouwer te Roosendaal, aan als voogd en hun zwager Arnout van Gastel als toeziende voogd over hun minderjarige erfgenamen. Dit met uitsluiting van de weesmeesters als oppervoogden en de voogd en toeziende voogd met het recht om een substituut in hun plaats aan te stellen. 

Getuigen: Matthijs Corstiaensen Raeds en Adriaen Janssen van Rijen, beiden bouwlieden op de Langendijk.

WBA; Roosendaal, notaris J. van Sinnen, N6783-74


Op 28 februari 1742 wordt een mutueel testament opgesteld ten woonhuize van de testateurs Geert Marijnissen Schijvens en Dingena Marijnissen Boeren wonende op de Kortendijk onder Roosendaal.

  • De testateurs stellen elkaar over en weer de langstlevende aan tot erfgenaam onder voorwaarde dat de langstlevende de dood-en andere schulden en de lasten van e boedel zal moeten voldoen en de kinderen moeten alimenteren. Bij het bereiken van de leeftijd van 20 jaar moet aan de kinderen 300 gld worden uitgereikt.
  • De testateurs stellen elkaar aan tot voogd/voogdesse van de minderjarige kinderen met het recht een substituut voogd aan te stellen met uitsluiting van weesmeesteren of magistraat.
  • Indien de langstlevende hertrouwt dan moet de langstlevende een deelvoogd aanstellen en daarvan een staat op te stellen.   

Getuigen: monsieur Wouter van der Ouder Aa, mr hoefsmid binnen Roosendaal en Maerten Cornelissen Jongenelen, landman wonende op de Kortendijk onder Roosendaal.

WBA; Roosendaal, notaris J. van Sinnen, N6783-49.

Noot: Dingena Marijnissen Boeren is geboren op de Langendijk


Op 4 januari 1760 wordt het mutueel testament opgesteld voor Adriaen van Rijen en zijn echtgenote Janneken Helmonts wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • De testateurs benomen elkaar over en weer de langstlevende tot erfgenaam onder voorwaarde dat de langstlevende de dood-en andere schulden zal moeten betalen en eventuele kind of kinderen zal moeten alimenteren.  Als het jongste kind de leeftijd van 20 jaar bereikt dan moet aan alle kinderen een bedrag van 3 gld 3 st worden uitgereikt en bij vooroverlijden staaksgewijze.
  • In geval de eerste comparant eerst overlijdt dan begeert hij dat Jan Helmonts, zoon van Cornelis Helmonts en zijn eerste vrouw moeije, als mede zijn zoon Cornelis van Rijen te samen ieder de helft van de erfenis zullen genieten.
  • De testateurs stellen elkaar aan tot voogd/voogdesse over hun na te laten kinderen of hun erfgenamen en als toeziener  Matthijs Raets, landman wonende op de Langendijk.
  • Indien de langstlevende hertrouwt kan deze er voor kiezen een deelvoogd aan te stellen en dient de helft van de erfenis aan de kinderen of kleinkinderen te worden uitgekeerd.
  • De testateurs beloven hun zoon Cornelis van Rijen voor een jaarlijkse huur te betalen 50 gld zolang hij bij de langstlevende blijft wonen.

Getuigen: Adriaen Vergouwen gemeenteman wonende op de Langendijk en Jan Vrient wonende binnen Roosendaal.

WBA: Roosendaal; notaris J. van Sinnen, N6801-605 {Img1-5}.


Op 23 oktober 1762 wordt, in hun woonhuis te Rucphen, een mutueel testament opgesteld voor Marijnis van Vlimmeren en zijn echtgenote Tanneke van Domburgh.

  • De testateurs benoemen elkaar over en weer de langstlevende tot erfgenaam onder voorwaarde dat ze hun kinderen alimenteren en bij het bereiken van de leeftijd van 20 jaar aan hen 3 gld uit te keren.
  • Zij stellen elkaar aan tot voogd/voogdesse over hun minderjarig kind of kinderen.

Getuigen: Willem van Sittert en Wouter Huijbregtse Commissaris.

WBA; Oudenbosch, notaris F.J. de Klerk, N205-15.

Noot: Marijnis van Vlimmeren is met zijn tweede echtgenote Francina Fransen Verbraek gaan wonen op de Langendijk onder Wouw.


Op 25 oktober 1763 testeert Cornelis Marijnusse Boeren wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • Hij beveelt zijn aan in de handen van de almachtige God en wil een ordentelijke begrafenis.
  • Hij pre-legateert aan zijn neef Cornelis van Gastel, landman onder Wouw een bedrag van 250 gld te gebruiken zoals hij hem zal gelasten.
  • Aan Adriaan Stadhouders, zoon van Jacobus Stadhouders zijn hemtrok met silveren knoopen.
  • Tot erfgenamen benoemt hij als zijn naaste bloedverwanten staaksgewijze.
  • Hij benoemt tot executeur testamentair zijn neef Cornelis van Gastel met recht op plaatsvervanging indien nodig.
  • Cornelis van Gastel mag zijn leven lang een perceel land (1G), gelegen onder Roosendaal op de hoek van Luijkenstraatje tegenover de stede van Nicolaas Tieboel, gebruiken.
  • Hij sluit weesmeesters van Roosendaal, Wouw en elke andere plaats uit als oppervoogden.

Getuigen: Jacobus Johannes Bosschart, procureur en Marijnis van Rijsbergen, beiden wonende te Roosendaal.

 WBA; Roosendaal, notaris S. Bosschart, N6831,ongenummere akte.


Op 30 januari 1764 wordt een mutueel testament opgesteld voor Cornelis van Gastel en zijn echtgenote Pietronella Raats wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • Zij benoemen elkaar over en weer tot enig erfgenaam onder de verplichting de kinderen en nog te verwekken kinderen op te voeden en alimenteren tot de leeftijd van 20 jaar en hen dan 12 Kgld moeten uitreiken tot voldoening van de vaderlijke of moederlijke successie.
  • De testateurs benoemen elkaar tot voogd(esse) ver de minderjarigen met uitsluiting van de weeskamer met recht van surrogatie en substitutie, Bij hertrouwen mag een deelvoogd worden aangesteld.

Getuigen: Thomas Smits en Eduart Francois Bosschart, beiden wonende te Roosendaal

GAR; Roosendaal, notaris S. Bosschart, N6832, ongenummere akte. 


Op 27 mei 1765 wordt in hun woonhuis een mutueel testament opgesteld voor Adriaen Brouwers, landbouwman en zijn echtgenote Maria van den Buijs, wonende in de Achterhoek op de Langendijk. 

  • Zij benoemen elkaar (over en weer) de langstlevende tot enige erfgenaam onder de conditie dat de langstlevende de schulden van de eerststervende moet voldoen; de kinderen moet opvoeden en alimenteren tot de leeftijd van 20 jaar (of andere geapprobeerde saat) en bij het bereiken daarvan 50 gld. moet uitkeren. Indien zij zonder kinderen komen te overlijden dan moet de langstlevende aan de vrienden uitreiken het linnen en wollen goed en het goud en zilver ten lijven en de sieraden.
  • Zij stellen elkaar aan als voogd(esse) over na te laten minderjarige kinderen. En indien de langstlevende hertrouwt kan zij of zij een deelvoogd aanstellen met uitsluiting van de magistraat.

Getuigen: Geijsbrecht van Agtmael, en Cornelis van Dorst; beiden wonende onder Wouw.

In de marge staat vermeld: op 8 juli 1789 een copie uitgeleverd van deze akte aan Adriaen Brouwers; hier nevens vermeld.

WBA; Roosendaal, notaris J. van Sinnen, N6808-736. 


Op 18 november 1771 wordt een mutueel testament opgesteld voor Cornelis van Dorst en Dingena Adriaansen Loos wonende op Steenpaal onder Wouw.

  • Zij benoemen elkaar tot erfgenaam onder de verplichting de kinderen te alimenteren en bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar hun 25 gld te betalen ter voldoening van hun vaderlijke of moederlijke erfdeel.
  • Zij stellen elkaar aan tot voogd/voogdes met macht van plaatsvervanging

In de marge staat dat er op 7 juli 1799 een kopie is uitgeleverd aan hun kinderen.

Getuigen: de schepenen Johannes Gerardus Vissers en Jacobus Fredericus Schadden,

WBA: Roosendaal en Nispen; R448, ongefolieerd {Img94}.


Op 3 november 1779 wordt een mutueel testament opgesteld voor Adriaan van Vlimmeren en zijn echtgenote Maria Boeren, wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • Zij benoemen elkaar over en weer de langstlevende tot algeheel erfgenaam onder de voorwaarde dat ze de kinderen zullen laten lezen en schrijven en een degelijk ambacht laten leren. Aan de kinderen  moet op 20-jarige leeftijd een bedrag van 3 Kgld worden uitgereikt.
  • Zij benoemen elkaar tot voogd/voogdesse over hun minderjarige kinderen en bij overlijden van de langstlevende tot voogd hun oudste zoon met het recht een deelvoogd aan te stellen.

Getuigen: Jacobus Johannes Bosschart, procureur en Salomon Bosschart junior, beiden wonende te Roosendaal.

WBA; Roosendaal, notaris S. Bosschart, N6847, ongenummerde akte.


Op 26 juli 1784 wordt een mutueel testament opgesteld voor Jan Konings en zijn echtgenote Margo van Gastel, wonende op de Langendijk onder Wouw. De testateur benoemt tot zijn erfgenaam zijn echtgenote onder voorwaarde de kinderen bij haar verwekt te alimenteren tot de leeftijd van 20 jaar en dan aan hun uit te reiken een bedrag van 3 gld.

  • De testatrice vermaakt het vruchtgebruik van de erfgoederen gelegen onder de Baronie van Breda aan de testateur en het eigendom aan haar kinderen. Tot erfgenaam benoemt zij haar man onder voorwaarde de kinderen te alimenteren tot de leeftijd van 20 jaar en aan hen uit te reiken een bedrag van 3 gld.
  • Bij een eventueel tweede huwelijk van een van de testateurs ontvangen de gezamenlijke kinderen een geregt kindsgedeelte. De testateurs benoemen elkaar tot voogd(esse) over hun kinderen met recht van substitutie en uitsluiting van de weeskamer.

Getuigen: Casparus Jan Fercken en Cornelis Knipscheer

WBA; Roosendaal, notaris J. Fercken, N6871-31.


Op 15 maart 1787 wordt een mutueel testament opgesteld voor Dielis Rommens en zijn echtgenote Maria van Rijen wonende op de Langendijk onder Wouw.

  •  De testateurs pre-legateren aan hun zonen Cornelis en Christiaen Rommens ieder 25 gld na de dood van de langstlevende testateur.
  •  De eertstervende testateur benoemt de langslevende tot erfgenaam onder voorwaarde de kinderen te alimenteren tot de leeftijd van 25 jaar en dan uit te reiken een bedrag van 3 gld.
  •  De testateurs benoemen elkaar tot voogd(esse) met recht van substitutie en/of aanstellen van een deelvoogd.
  •  Mochten er bij het overlijden van de langstlevende nog minderjarige kinderen zijn dan benoemen zij hun zonen Cornelis en Christaen tot voogden.

 Getuigen: Albertus Leonard Fercken en Cornelis van Gastel.

 In de marge staat: 1790, 13 december Copie auth. Voor de kinderen van Dielis Rommens.

WBA; Roosendaal en Nispen, notaris J. Fercken, N6874-10. 


Op 11 oktober 1789 wordt een mutueel testament opgesteld voor Cornelis van den Berg en zijn echtgenote Cornelia Jongenelen, wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • De testateurs benoemen elkaar wederzijds tot hun erfgenaam, samen met hun kinderen en de kinderen van de testateur uit zijn eerder huwelijk met Hendrina Verheijen.

Getuigen: …….

WBA; Roosendaal en Nispen, schepentestament, R449.


Op 6 januari 1792 wordt een mutueel testament opgesteld voor Johannes Luijks en zijn echtgenote Maria Rommens, wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • De testateurs benoemen elkaar wederzijds tot hun universele erfgenaam. Ingeval van een tweede huwelijk moet de langstlevende de onroerende goederen afstaan aan de kinderen of bij vooroverlijden aan de familie van de eerststervende.

 WBA; Roosendaal en Nispen, schepentestament, R449.


Op 3 februari 1796 wordt een mutueel testament opgesteld voor Adriaan van Aart en zijn echtgenote Maria Helmonts, wonende op de Langendijk onder Wouw.

De testateurs benoemen elkaar wederzijds tot hun universele erfgenaam, onder voorwaarden dat ze hun kinderen onderhouden en bij meerderjarigheid een som gelds geven. Zou de langstlevende kinderloos overlijden dan moet de nalatenschap door de helft gedeeld worden door de wederzijdse families.

Getuigen: …….

WBA; Roosendaaal en Nispen, schepentestament, AMu555, fol.12 tussen fol. 20 en 21 (verkeerd ingebonden).


Op 21 oktober 1796 wordt een mutueel testament opgesteld  voor Jan Cornelisse Helmons en zijn echtgenote Hendrina van Vlimmeren, wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • De testateur vermaakt het levenslang vruchtgebruik van zijn goederen aan zijn echtgenote; de eigendom laat hij na aan zijn kinderen. Zij benoemen elkaar wederzijds tot universele erfgenaam.
  • De testateurs benoemen elkaar tot voogd over de kinderen en tot toeziender Cornelis van den Berg, wonende op de Langendijk onder Wouw.
  • Sterft de langstlevende kinderloos dan  moet de erfenis door de helft gedeeld worden door de wederzijdse familie maar de langstlevende is bij leven vrij te doen met de goederen wat deze wil.

Getuigen: ….

WBA; Roosendaal en Nispen, schepentestament, AMu555, fol. ….


Op 23 mei 1799 wordt een mutueel testament opgesteld voor Adriaan Brouwers, landbouwman en zijn echtgenote Catrina Bastiaensen, wonende in de Achterhoek op de Langendijk.

  • Bevelen zij testateuren hunne zielen zoo haest die door den wille Godts almagtigh hunnen schepper, verlosser ende zaligmaeker en in gebeden ende voorspraeke Vader allerheijligste maghet ende moeder Godts Maria en van alle Godts lieve heijligen ende hunne doode lichaemen ter aerde met een christelijke begrafenisse volgens hun staet.
  • Zij benoemen elkaar (over en weer) de langstlevende tot enige erfgenaam onder de conditie dat de langstlevende de schulden van de eerststervende moet voldoen; de kinderen moet opvoeden en alimenteren tot de leeftijd van 20 jaar (of andere geapprobeerde staat) en bij het bereiken daarvan 50 gld. moet uitkeren.
  • Indien zij zonder kinderen komen te overlijden dan moet de langstlevende aan de vrienden uitreiken het linnen en wollen goed en het goud en zilver ten lijven en de sieraden.
  • Zij stellen elkaar aan als voogd(esse) over na te laten minderjarige kinderen. En indien de langstlevende hertrouwt kan zij of zij een deelvoogd aanstellen met uitsluiting van de magistraat.

Getuigen: Wilhelmus Backx en Andries Uien.

WBA; Roosendaal, notaris J.B. Backx, N6922 (ongemummerde akte). 


Op 8 sprokkelmaand 1810 testeert Michiel Hagenaars, wonende op de Langendijk onder Wouw.

De testateur benoemt tot erfgenamen Cornelis van Overveld en diens echtgenote Anna van Nispen onder voorwaarde dat zij hem levenslang onderhouden in kost en drank en in reedinge en kleedinge en hem ter aarde doen bestellen.

In de marge de aantekening dat de testateur onder ede verklaard geen 800 gld te bezitten.

Getuigen: Adriaen Meesters en Rumoldus Meesters wonende op Kortendijk onder Roosendaal

WBA: Roosendaal, notaris J.B. Backx, N6932-3.


Op 10 lentemaand (maart) 1810 testeert Joannes Rommens, bejaard jm wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • Beveelt zijn ziel in de bermhertigste handen van Godt Almagtigh zijner schepper, verlosser en zaligmaeker en in de gebeden en voorsprake van de Allerheiligste Moeder Gods Maria en van alle Godts lieve Heijligen.
  • Hij wenst een eerlijke begrafenis naar staat en na zijn overlijden moeten er twintig missen van requiem tot lavenis van ziel worden gecelbreerd.
  • Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn broers Christiaen en Cornelis Rommens  en na de dood van de eerststervende de langstlevende in diens plaats.

Getuigen: Fransus Templaars en Adrianus Cornelis Backx.

WBA; Roosendaal, notaris J.B. Backx, N6932-4.


Op 10 lentemaand (maart) 1810 testeert Christiaen Rommens, bejaard jm wonende op de Langendijk onder Wouw.

  • Beveelt zijn ziel in de bermhertigste handen van Godt Almagtigh zzijner schepper, verlosser en zaligmaeker en in de gebeden en voorsprake van de Allerheiligste Moeder Gods Maria en van alle Godts lieve Heijligen.
  • Hij wenst een eerlijke begrafenis naar staat en na zijn overlijden moeten er twintig missen van requiem tot lavenis van ziel worden gecelbreerd.
  • Hij beneomt tot zijn erfgenamen zijn broers Joannes en Cornelis Rommens  en na de dood van de eerststervende de langstlevende in diens plaats.

Getuigen: Fransus Templaars en Adriauns Cornelis Backx.

WBA; Roosendaal, notaris J.B. Backx, N6932-5.


Op 10 lentemaand (maart) 1810 testeert Cornelis Rommens, bejaard jm wonende op de Langendijk onder Wouw.

Hij wenst een eerlijke begrafenis naar staat en na zijn overlijden moeten er twintig missen van requiem tot lavenis van ziel worden gecelebreerd.

Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn broers Joannes en Christiaen Rommens  en na de dood van de eerststervende de langstlevende in diens plaats.

Getuigen: Fransus Templaars en Adrianus Cornelis Backx.

WBA; Roosendaal, notaris J.B. Backx, N6932-6.


Op 26 januari 1811 testeert Cornelia Luijsterborg, weduwe van Anthonie van Dorst wonende op de Langendijk.

  • Zij legateert haar onroerende goederen bestaande uit een huis met een bakkeet aan Cornelis van Overveld (X Anna van Nispen) wonende op de Langendijk.
  • Bij vooroverlijden aan hun descendenten bij representatie. Dit onder voorwaarde dat bij haar overlijden aan haar erfgenamen 600 gld wordt uitgekeerd.

WBA; Roosendaal, notaris G.A. Backx, N6933-1.

Noot: Cornelis van Overveld is een zoon van Elisabeth Konings die een zuster is van Joanna Konings, de eerste echtgenote van Anthonie van Dorst.


Op 29 november 1811 testeert Cornelia van de Watermolen, boerin wonende op de Langendijk onder Rucphen, eerst weduwe van Passier Nieuwlaat en laatst van Jan Scheepers.

  • Zij legateert aan haar zoon Willem Scheepers 203 francs, het beste bed met hoofdpeluw, twee kussen, twee wollen dekens en twee paar lakens. Dit ter voldoening en erkenning van zijn getrouwe diensten zedert jaaren beweesen en ook komt hem nog toe 60 gld vanwege geleend geld ter voldoening van de doodschuld van haar laatste man.
  • Alle andere goederen laat zij na aan de gezamenlijke kinderen ieder voor een gelijk deel uit eerste en tweede huwelijk. En bij vooroverlijden hun kinderen. Als iemand zich verzet tegen het testament dan wordt hij/zij uitgesloten van de erfenis.
  • Tot executeur benoemt zij haar zoon Willem Scheepers.

 GAR; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6948-169.


Op 28 mei 1812 testeert Jan van Vlimmeren, ziekelijk op bed in zijn woonhuis (nr 341) liggende, bouwman op de Langendijk onder Rucphen.

  • Indien hij met kind of descendenten komt te overlijden legateert hij al zijn goederen aan zijn echtgenote.

GAR; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6949-119.


Op 2 oktober 1814 testeert Cornelia Konings, boerin op de Langendijk onder Rucphen.

  • Na haar ziel aan God en zijne Heilige Moeder aanbevolen te hebben:
  • Legateert zij aan haar zusters Johanna en Helena Konings wonende op de Langendijk de interest van een bedrag van 350 gld. hun leven lang. Dit bedrag kunnen ze uitzetten of levenslang onder zich houden maar het bedrag mag niet verminderd worden. Na het overlijden van haar zusters moet het bedrag worden verdeeld tussen Cornelia’s erfgenamen.

WBA; Rooosendaal, notaris J.B. Backx, N6936-52.

Noot: Zeer waarschijnlijk betreft dit Cornelia Konings (1761-1827) X Joseph Arion (1766-1830). Deze Cornelia Konings is een dochter van Joannes Cornelissen Konings en Margaretha van Gastel. Merkwaardig is dat er in 1835 nog een Cornelia Konings (weduwe van Cornelis van de Lindeloof) overlijdt van wie ook gezegd wordt dat zij een dochter is van Jan Konings en Margaretha van Gastel. Echter uit het huwelijk van Jan Konings en Margaretha van Gastel is maar een dochter Cornelia bekend. 


Op 4 maart 1818 testeert Johannes Rommens, bejaard jm en bouwman wonende op de Langendijk,

  • Na zich aan God bevolen te hebben herroept hij zijn testament van 10 maart 1810 (notaris J.B. Backx).
  • De testateur verplicht zijn erfgenamen zijn dienstmeid Jacoba Dictus te onderhouden in kost, drank, kleding en reding zolang zij bij hen inwoont en indien zij overlijdt met een christelijke begrafenis ter aarde te doen bestellen naar staat.
  • Indien zijn dienstmeid de testateurs erfgenamen overleeft dan legateert hij 1/3 part van 100 Zeeuwse Rijksdaalders aan haar.

Getuigen: Cornelis Broos, Adriaan van Reusel, Jan van Gunst, kleermaker en Cornelis Engelen, herbergier.

WBA; Roosendaal, notaris G.A. Backx, N7013-26.


Op 15 januari 1816 testeert Pieter van Heijbeek, bouwman wonende op de Langendijk onder Rucphen.

  • Hij legateert aan zijn zoon Gerardus va Heijbeek, “thans” bij hen inwonende vanwege getrouwe diensten jaarlijks bij vooruitreiking een bedrag van 50 gld hollands geld, dit met ingang van 1 mei 1813.
  • Hij legateert aan zijn dochter Catharina van Heijbeek, bij hem inwonende jaarlijks bij voor-uitreiking een bedrag van 25 gld hollands geld.
  • Indien een van de andere erfgenamen zih hier tegen verzet dan legateert hij ¼ gedeelte van alles wat hij nalaat aan zijn zoon en dochter.
  • Alle andere goederen laat hij na aan zij kinderen of ij vooroverlijden aan hun descendenten.

WBA; Roosendaal, notaris G.A. Backx, N7011-4. 


Op 5 januari 1819 testeert Johanna van Gastel, ziekelijk op bed in haar zijn woonhuis liggende, landbouwster op de Langendijk onder Rucphen.

  • Zij benoemt tot enige erfgenaam haar man Marijn van Overveld onder voorwaarde dat na zijn overlijden door diens erfgenamen 150 gld word uitgekeerd aan haar broer Arnoldus en zuster Maria van Gastel.

De testatrice kan door ziekte en zwakheid niet schrijven.

WBA; Roosendaal, notaris G.A. Backx, N7014-2.


Op 5 januari 1819 testeert Marijn van Overveld, bouwman, in zijn huis op de Langendijk onder Rucphen.

  • Hij beveelt zijn handen aan in de handen van God.
  • Legateert het vruchtgebruik van zijn goederen aan zijn echtgenote Johanna van Gastel.

WBA; Roosendaal, notaris G.A. Backx, N7014-3.


Op 28 augustus 1819 testeert in zijn woonhuis op de Langendijk onder Rucphen Gerardus Jooren landman.

  • Hij pre-legateert aan zijn dochter Catharina Jooren 300 nederlandse guldens en aan zijn dochter Johanna Jooren 200 nederlandse guldens uit erkenning voor getrouwe hulp en assistentie die hij jarenlang heeft genoten.
  • Alle andere goederen laat hij na aan zijn gezamenlijke kinderen of hun descendenten bij representatie.
  • Teneinde disputen na zijn overlijden te vermijden verklaart de testateur ten eerste dat hij aan wijlen zijn zoon Cornelis Jooren in eerste huwelijk verwekt aan Johanna van den Eijnden heeft betaald 200 gld hollands geld ter voldoening van de moederljke successie (akte van 6 januari 1775 notaris de Groot te Wouw) en ten tweede dat hij aan zijn zoon Cornelis tijdens diens leven in gemunte specie heeft uitgekeerd 100 gulden hollands geld als voorschot op de nalatenschap. Dit bedrag moet door de descendenten van Cornelis in de erfenis worden ingebracht. Ten derde dat zijn vier kinderen Catharina Jooren, Johanna Jooren, Cornelia Jooren (gehuwd met Cornelis Gielen) en Dingena Jooren gehuwd met (Hendrik Huijbregts) in laatste huwelijk verwekt bij Johanna Broos hun moederlijke successie nog niet ontvangen hebben.
  • Indien een van de kinderen zich tegen het testament verzet dan valt dat gedeelte van de erfenis, voor zover de wet dat toelaat, toe aan de andere kinderen.
  • Wenst een ordenteljke ter aarde bestelling en benoemt tot zij executresse zijn dochter Catharina met volmacht om goederen publiek te verkopen ter voldoening van schulden van de testateur.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6956-223. 


Op 11 oktober 1819 testeert Cornelis Bastiaansen, landbouwman wonende in de Achterhoek bij Nispen onder Rucphen.

  • Hij legateert aan zijn echtgenote Barbara van Agtmaal, indien hij voor haar komt te overlijden het eigendom of vruchtgebruik  van alle goederen  die hem op de dag van overlijden toebehoren en waarover de wet hem de vrijheid geeft.
  • Hij wil een behoorlijke ter aarde bestelling naar staat.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6956-247.


Op 11 oktober 1819 testeert Barbara van Agtmaal, echtgenote van Cornelis Bastiaansen, landbouweresse wonende in de Achterhoek bij Nispen onder Rucphen.

  • Zij legateert aan haar man Cornelis Batiaansen, indien zij voor hem komt te overlijden het vruchtgebruik  van alle goederen  die hem op de dag van overlijden toebehoren en waarover de wet hem de vrijheid geeft.
  • Zij wil een behoorlijke ter aarde bestelling naar staat.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6956-248.


Op 12 juni 1820 testeert Cornelis van Dorst, landbouwman in de Achterhoek onder Rucphen.

  • Hij legateert aan zijn echtgenote Catharina van Ginderen, indien hij voor haar komt te overlijden het vruchtgebruik  van alle goederen  die hem op de dag van overlijden toebehoren en waarover de wet hem de vrijheid geeft.
  • Hij wil een behoorlijke ter aarde bestelling naar staat.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6997-122


Op 12 juni 1820 testeert Catharina van Ginderen, echtgenote van Cornelis van Dorst, landbouweresse wonende in d Achterhoek bij Nispen onder Rucphen.

  • Zij legateert aan haar man Cornelis van Dorst, indien zij voor hem komt te overlijden het vruchtgebruik  van alle goederen  die hem op de dag van overlijden toebehoren en waarover de wet hem de vrijheid geeft.
  • Zij wil een behoorlijke ter aarde bestelling naar staat.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6997-123.


Op 13 december 1820 in zijn woonhuis testeert Pieter van Heijbeek, landbouwer op de Langendijk onder Rucphen.

  • Hij pre-legateert, voor alle delingen, aan zijn zoon Gerardus van Heijbeek wonende op de Langendijk alle goederen die de testateur op de dag van overlijden in eigendom bezit.
  • De goederen die de testateur gezamenlijk bezit met zijn kinderen dien te worden gedeeld tussen alle kinderen, inclusief zijn zoon Gerardus. Bij vooroverlijden hun kinderen.
  • Hij stelt zijn zoon Marijnus van Heijbeek aan als executeur die tevens moet zorgen voor een behoorlijke ter aarde bestelling.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6957-251. 


Op 14 juli 1823 testeert Cornelis Bastiaansen, weduwnaar van Barbara van Agtmaal, landbouwer wonende in de Achterhoek bij Nispen onder Rucphen.

  • Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn natelaten kinderen en descendenten bij representatie.
  • Indien hij overlijdt voordat het jongste kind de leeftijd van 18 jaar bereikt is het zijn expresse wil en begeerte dat de gehele boedel en nalatenschap zoals die bij zijn overlijden bevonden wordt, behouden blijft en de boerennering zal worden gecontinueerd tot het jongste de leeftijd van 18 jaar bereikt.
  • Als een of meer van zijn kinderen na zijn overlijden trouwt voordat het jongste kind 18 jaar is wordt aan dat kind o kinderen een som geld uitgereikt voor de uitzet. Dit naar gelang van staat van de boedel.
  • Benoemt tot voogd over de na te laten minderjarige(n) zijn zwager Cornelis Loos, landbouwer te Essen en bij vooroverlijden zijn zoon Adriaan Bastiaansen.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, N6960-112.


Op 13 september 1827 testeert in zijn woonhuis Willem van Pul, ziek van lighaam.

  • Hij benoemt tot zijn enige erfgenaam zijn echtgenote Cornelia van Trijp over het gedeelte van de nalatenschap waarover hij de vrij beschikking heeft.

WBA; Roosendaal, notaris G.A. Backx, N7022-92.


Op 28 februari 1829 testeert in zijn woonhuis Marijnus van Overveld landbouwman wonende op de Langendijk onder Rucphen.

  • Aan zijn zoon Gerardus van Overveld dient te worden uitbetaald 50 gld wegens een door hem gekocht koebeest voor zijn vader. Indien een van de erfgenamen hiertegen bezwaar maakt dat dient aan zijn zoon behalve de 50 gld ook de bijen, bijenkorven, bijbehorende kleding en gereedschappen aan hem te worden overgedragen.
  • Hij legateert aan zijn echgenote Johanna van Gastel het vruchtgebruik van zjn na te laten goederen.

WBA; Roosendaal notaris G.A. Backx, N7024-20.


Op 2 april 1829 testeert Peter Jan Claessens wonende te Steenpaal onder Essen. {De akte moet ik nog raadplegen}.

 RAB, Essen, notaris C.C. van Beek, N9294-23.


Op 20 augustus 1829 testeert Johannes Rommens, landbouwman wonende op de Langendijk onder Rucphen.

  • Hij legateert aan zijn nicht Adriana van Vlimmeren, zijn dienstmeid die bij hem inwoont, onder voorwaarde dat zij bij zijn overlijden nog bj hem wont een bedrag van 260 gld nederlands geld en nog een van zijn beste koebeeste na hare zin of genoegen uit te kiezen, zijn beste bed met hoofdpeulingkussen, deken en een paar beddelakens.
  • Hij legateert aan zijn andere dienstmeid Jacoba Dictus ook bij hem inwonende 1/3 part van 100 Zeeuwsche Rijxdaalders of een berag van 260 gld. De successierechten hierover moeten uit de erfenis worden betaald.
  • Aan de armmeester van Rucphen moet door de executeur 2½ mud rogge worden uitbetaald om rood van te bakken dat moet worden uitgedeeld aan de arme mensen.
  • Hij  benoemt tot executeur Adrianus Brouwers, landbouwman wonende op de Langendijk met de opdracht tot verzegeling van het sterfhuis en het opstellen van een staat en inventaris.

WBA; Roosendaal, notaris G.A. Backx, N7024-84.


Op 31 mei 1839 testeert Anna Maria van Eekelen, echgenote van Marijnus Suijkerbuijk, landbouweresse wonende op de Langendijk onder Rucphen.

  • Zij benoemt, indien zij voor haar man komt te overlijden, tot haar enige erfgenaam haar man Marijnus Suijkerbuijk over al haar goederen waarover de wet haar de bevoegdheid geeft.

WBA: Roosendaal, notaris P. van Vught, N6976-110.


Op 14 augustus 1844 testeert Laurina van Loon, wonende op de Langendijk, landbouweresse en echtgenote van Gerardus Koeijvoets.

  • Indien zij voor haar man overlijdt dan legateert zij alle goederen waarover de wet haar de beschikking geeft aan haar man Gerardus Koevoets.
  • Zij verlangt een behoorlijke ter aarde bestelling.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, n2507-159.


Op 24 april 1845 testeert de landbouwer Arnoldus van Gastel in zijn woonhuis in de Achterhoek bij Nispen onder Rucphen.

  • Hij pre-legateert bij alle delingen vooruit aan zijn zonen Adriaan en Gregorius van Gastel datgene wat door hem testateur betaald is tot aankoop van plaatsvervangers voor de Nationale Militie en Schutterij.
  • Hij legateert aan zijn echtgenote Petronella Brouwers alles waarover de wet hem de vrijheid geeft.
  • Hij wil een behoorlijk begrafenis naar staat.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, n2508-106.


Op 24 april 1845 testeert Petronella Brouwers, echtgenote van Arnoldus van Gastel, landbouwer wonende in de Achterhoek bij Nispen onder Rucphen.

  • Zij pre-legateert bij alle delingen vooruit aan haar zonen Adriaan en Gregorius van Gastel datgene wat door haar testatrice betaald is tot aankoop van plaatsvervangers voor de Nationale Militie en Schutterij.
  • Zij legateert aan haar echtgenoot Arnoldus van Gastel alles waarover de wet hem de vrijheid geeft.
  • Zij wil een behoorlijk begrafenis naar staat.

WBA; Roosendaal, notaris P. van Vught, n2508-106. 


Op 10 april 1866 testeert van Joannes van Nassau, bouwman {op de Langendijk} onder Rucphen

  • benoemt tot zijn enige erfgenaam zijn echtgenote Maria {=Anna Maria} van Dorst.

 WBA; Roosendaal, Notaris F.J.H. Van Gilse, nN 2530-64. 


Op 26 november 1866 testeert Cornelis Schepers, boerenknecht op de Langendijk onder Rucphen.

  • Hij benoemt tot zijn enige erfgenaam Anna Cornelia Schepers, echtgenote van Jacobus Backx (met de mededeling: bij wien ik thans woon). En indien zij voor hem is overleden benoemt hij genoemde Jacobus Backx tot erfgenaam.

WBA; Roosendaal; Notaris F.J.H.van Gilse, nN 2530-180. 


Op 2 juli 1869 testeert Catharina Akkermans, echtgenote van  Adriaan Suijkerbuijk, herbergier en landbouwer op de Langendijk onder Rucphen. Zij verlangt dat haar zoon Willem Suikerbuijk zal genieten (vanaf de 1e mei 1868) een jaarhuur van 50 gld. Indien de erfgenamen zich daar tegen verzetten zulke som als waarop hij volgens gezegde uitgedrukt verlangen bij mijn overlijden aanspraak hebben zou. Zij laat het vruchtgebruik (na aftrek waarop Willem recht heeft) te samen als afzonderlijk aan haar echtgenoot Adriaan Suijkerbuijk en zoon Hendrik Suijkerbuijk

WBA; Roosendaal; notaris F.J.H. van Gilse, nN2533-93.


Op 9 augustus 1869 testeert Maria Catharina van Laerhoven, weduwe van Francus van Hees, landbouweresse, wonende op Steenpaal onder Rucphen.

  • Zij benoemt tot erfgenamen: de kinderen van wijlen haar echtgenoot Francus van Hees door hem in vroeger huwelijk verwekt en met mij wonende . Dat zijn Petrus Gerardus, Adriaan Marinus en Cornelia van Hees. Onder voorwaarde dat zij binnen een half jaar na haar overlijden  een bedrag van 200 gld. zullen uitkeren aan de erfgenamen ab intestato.
  • De kinderen van de voor mij overleden bij plaatsvervulling zullen optreden en in  geval van kinderloos overlijden de langstlevende alleen.

WBA; Roosendaal, notaris F.J.H. Van Gilse, nN II-2533-117.


Op 17 oktober 1880 testeert Franciscus Peeters, landbouwer op de Langendijk onder Rucphen.

  • Hij benoemt tot erfgenamen: Adriana Mies (weduwe van zijn broer Wilhelmus Peeters),  Johanna Peeters (zuster) en de kinderen van wijlen zijn broer Cornelis Peeters. Bij vooroverlijden van een van hun, hun kinderen of afstammelingen.

WBA; Roosendaal; notaris A.J. Mens, nN2540-270.


Op 12 april 1904 testeert Cornelis van Overveld, landbouwer wonende op de Langendijk onder Rucphen.

  • Hij benoemt tot enige erfgenaam zijn broer Paulus Adrianus van Overveld, wonende op de Langendijk onder Rucphen.

 WBA; Roosendaal; notaris J.J.M. Mertens, IV-02-161.