De wet van Hellin (die dateert uit de tijd dat methoden voor kunstmatige bevruchting in zijn verschillende vormen niet mogelijk waren) zegt dat de kans op het krijgen van een levend geboren vierling 1 op 729.000 is. Een vrij zeldzame gebeurtenis dus. Toch zijn er in de omgeving van Roosendaal binnen een radius van 20 km in een tijdspanne van 120 jaar vijf van dergelijke gebeurtenissen bekend. Zelfs drie maal in een periode van minder dan 20 jaar. Een overzicht volgt hieronder. Mochten er lezers zijn die in hun bestand ook vierlingen hebben in Roosendaal en omgeving dan graag een berichtje (genealog@gmail.com).
1686
Omstreeks augustus 1686 werd te Bergen op Zoom een vierling geboren van het echtpaar Aelbert Heijndrickssen en Dina Claeijsen. Blijkbaar leefden alleen de eerste drie geboren kinderen lang genoeg om gedoopt te worden. De jongetjes die bij de doop (Nederduits Gereformeerd) op 23 augustus de namen ontvingen van respectievelijk Heijndrick en Nicolaes werden als eerste geboren. Het meisje werd Goddelieff genoemd.
1737
Op 17 januari 1737 werd te Rucphen een vierling (vier jongetjes) katholiek gedoopt van het echtpaar Jan Cornelissen Rommers en Joanna Marijnissen Jaspers. De ’s Gravenhaegse Courant schenkt in zijn editie van 28 januari 1737 aandacht aan deze gebeurtenis en meldt dat in het Oostkwartier van het Markiezaat een arme vrouw bevallen is van vier voldragen, welgeschapen zonen en dat die nog tweemaal vierentwintig uur geleefd hebben en dat de moeder zich in redelijk goede welstand bevindt.
1737, Januarius, prodigum rarum 17 huius baptisati qautor frater filii legitimi Ioannis Rommers et Ioanne Marie Iaspers, suscep. Gertrudis Antonisse, Anna Ians, Maria Adrianse et Cornelia Willemse. In de marge de namen van de vierling: Quirinus, Govardus, Ioannes, Adrianus.
1743
In 1743 werd te Hoeven op 30 april, van Petrus Maes en Joanna van Aert een vierling (twee jongetjes en twee meisjes) katholiek gedoopt, die alle vier slechts kort geleefd hebben.
Anno Domini 1743 matutinam nati sunt et circa horam septimam in domo paterna propter necessitatem a me baptizati sunt Joannes et Cornelius et Maria Catharina et Elisabeth, omnes quator filii legitimi Petri Maes et Joannae van Aert. Circa horam decimam defuncti sunt duo nempe Joannes et Cornelius, die vera postera defunctae etiam filiae Maria et Elisabeth.
1756
Op 9 juli 1756 laten Jacobus van Heijst en Anna Uijt den Willigen te Roosendaal een vierling (drie jongetjes en een meisje) dopen met de volgende namen: Joannes Baptista, Josephus, Gerardus en Cornelia. Zelfs de Opregte Groninger Courant schenkt op 23 juli 1756 aandacht aan deze gebeurtenis.
1805
Op 21 januari 1805 werd te Bergen op Zoom een vierling (drie jongetjes en een meisje) geboren van de echtelieden Nicolaus Goijz en Josina Hendrica Aelmans. De vierling was blijkbaar levensvatbaar want pas op 17 dagen later (op 6 februari 1805) werden zij alle vier gedoopt in de Nederduits Gereformeerde Gemeente. De jongetjes ontvingen de namen van Lodewijk, Pieter en Willem, het meisje werd Elisa genoemd.