Vondelingen in Roosendaal en omgeving
Wanneer men een vondeling aantreft dient men aangifte te doen bij de BS (Burgerlijke Stand) De ambtenaar van de BS stelt de familienaam vast. Het is traditie, al voor de invoering van de Burgerlijke Stand, dat die nieuwe familie naam wordt ontleend aan de vindplaats, omstandigheden, attributen of tijd. Of gewoon naar wat het is een vondeling.
Hieronder een overzicht van de vondelingen in mijn genealogisch bestand waaruit blijkt dat zij genoemd zijn naar de vindplaats.
- Adam Verschuren, gevonden in een schuur, de gasthuismeester Henrick van der Borght (1683-1692) doet verschillende uitgaven ten behoeve van hem*
- in 1691 Eva Verschueren, gevonden in een schuur
- in 1805 Cornelia van Aschkot, gevonden in een askot of ashok
- in 1815 Mattheus Kaf, die werd gevonden in een kafkot of kafhok
- in 1820 Johannes van de Vondeling, die simpelweg werd genoemd naar wat hij was.
- in 1821 Josephus van der Schuren, die door landbouwer Cornelis Aarde werd gevonden in of bij de schuur
* WBA: Roosendaal en Nispen; ABA566, fol. 104v-105r.
- Vondelingen waarvan de familienaam mij niet bekend is
- Op 15 januari 1632 werd te Wouw een vondelingetje gedoopt dat de naam kreeg van Maria. Getuigen waren Peeter Pauwels en Grietken Jacobs.
- Op 10 augustus 1659 werd te Wouw een vondelingetje gedoopt dat de naam kreeg van Laurentia. Getuige: Cornelia Gaspers.
- Op 31 juli 1683 werd te Wouw een vondelingetje gedoopt dat de naam kreeg van Adam. Getuige: Judocus van Merode.
- Op 21 juni 1718 werd te Roosendaal een vondelingetje gedoopt dat de naam Adrianus kreeg. Getuige: …
- Op 21 juli 1774 werd te Wouw een vondelingetje gedoopt dat de naam kreeg van Margarita. Het was gevonden in een korenschuur op Vroenhou. Getuige: Joanna Peeterse Potters.