Voorbode van de franse tijd

Omdat de republiek der Verenigde Nederlanden door de franse revolutionairen als een bedreiging, beter gezegd als vijand, werd beschouwd viel het franse leger (Armée du Nord, onder leiding van generaal Du Mouriez en gesteund door het Bataafs legioen en de patriottenleiders) op 1 februari 1793 het westen van generaliteits Brabant binnen. De komst van het Franse leger werd in vele Brabantse dorpen en steden aangegrepen om een vrijheidsboom op te richten. Zo ook in Roosendaal. 

De inname van Breda volgde op 27 februari. Maar ook Roosendaal kreeg te maken met de franse inval.De vrijheidsboom, voor het eerst gebruikt in Boston in de vrijheidsstrijd tussen Amerikanen en Engelsen in 1765, was het symbool geworden van de Franse revolutie. In de vrijheidsboom hing meestal een vaandel en de Phrygische of Jacobijnse muts, eveneens een revolutionair symbool.

De intocht van de Fransen had aanvankelijk succes met de inname van Breda op 27 februari, maar de belegering van Willemstad vanaf de ochtend van 1 maart liep op een mislukking uit. Wel werd enkele dagen later Geertruidenberg ingenomen.

Uiteindelijk was de positie van het Franse leger strategisch niet meer houdbaar en tegen het einde van maart waren alle Franse troepen weer weg en werden de vrijheidsbomen demonstratief omvergehaald.